Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. rekwisiteren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rekwisiteren (Nederlands) in het Duits

rekwisiteren:

rekwisiteren werkwoord (rekwisiteer, rekwisiteert, rekwisiteerde, rekwisiteerden, gerekwisiteerd)

  1. rekwisiteren
    fordern; requisitieren
    • fordern werkwoord (fordre, forderst, fordert, forderte, fordertet, gefordert)
    • requisitieren werkwoord

Conjugations for rekwisiteren:

o.t.t.
  1. rekwisiteer
  2. rekwisiteert
  3. rekwisiteert
  4. rekwisiteren
  5. rekwisiteren
  6. rekwisiteren
o.v.t.
  1. rekwisiteerde
  2. rekwisiteerde
  3. rekwisiteerde
  4. rekwisiteerden
  5. rekwisiteerden
  6. rekwisiteerden
v.t.t.
  1. heb gerekwisiteerd
  2. hebt gerekwisiteerd
  3. heeft gerekwisiteerd
  4. hebben gerekwisiteerd
  5. hebben gerekwisiteerd
  6. hebben gerekwisiteerd
v.v.t.
  1. had gerekwisiteerd
  2. had gerekwisiteerd
  3. had gerekwisiteerd
  4. hadden gerekwisiteerd
  5. hadden gerekwisiteerd
  6. hadden gerekwisiteerd
o.t.t.t.
  1. zal rekwisiteren
  2. zult rekwisiteren
  3. zal rekwisiteren
  4. zullen rekwisiteren
  5. zullen rekwisiteren
  6. zullen rekwisiteren
o.v.t.t.
  1. zou rekwisiteren
  2. zou rekwisiteren
  3. zou rekwisiteren
  4. zouden rekwisiteren
  5. zouden rekwisiteren
  6. zouden rekwisiteren
diversen
  1. rekwisiteer!
  2. rekwisiteert!
  3. gerekwisiteerd
  4. rekwisiterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rekwisiteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fordern rekwisiteren aanmanen; aanmanen tot een verplichting; aanspraak maken op; aanvragen; eisen; inmanen; invorderen; manen; ontbieden; opeisen; oproepen; opvorderen; opvragen; rekwireren; sommeren; vereisen; vergen; verlangen; verzoeken; vorderen; vragen
requisitieren rekwisiteren