Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor residu (Nederlands) in het Duits

residu:

residu [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het residu
    der Rückstand; der Rest
    • Rückstand [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Rest [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. het residu (bezinksel; sediment; depot; )
    Überbleibsel; die Ablagerung; der Bodensatz; der Restbestand; der Rest; der Niederschlag

Vertaal Matrix voor residu:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ablagerung afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel
Bodensatz afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel
Niederschlag afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel
Rest afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel agio; bon; coupon; exces; hachee; het overgeblevene; laatste rest; lap; overblijfsel; overschot; prak; rest; restant; staartje; stuk stof; surplus; teveel
Restbestand afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel agio; bon; coupon; exces; het overgeblevene; laatste rest; lap; overblijfsel; overschot; rest; restant; stuk stof; surplus; teveel
Rückstand residu achterstand; nabestelling
Überbleibsel afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel bon; coupon; het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant; staartje

Verwante woorden van "residu":

  • residuen

Verwante vertalingen van residu