Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. responderen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor responderen (Nederlands) in het Duits

responderen:

responderen werkwoord (respondeer, respondeert, respondeerde, respondeerden, gerespondeerd)

  1. responderen (antwoorden; beantwoorden)
    beantworten; antworten; entgegnen; erwidern
    • beantworten werkwoord (beantworte, beantwortest, beantwortet, beantwortete, beantwortetet, beantwortet)
    • antworten werkwoord (antworte, antwortest, antwortet, antwortete, antwortetet, geantwortet)
    • entgegnen werkwoord (entgegne, entgegnest, entgegnet, entgegnete, entgegnetet, entgegnet)
    • erwidern werkwoord (erwidere, erwiderst, erwidert, erwiderte, erwidertet, erwidert)
  2. responderen (reageren; antwoorden)
    antworten; reagieren; respondieren
    • antworten werkwoord (antworte, antwortest, antwortet, antwortete, antwortetet, geantwortet)
    • reagieren werkwoord (reagiere, reagierst, reagiert, reagierte, reagiertet, reagiert)
    • respondieren werkwoord

Conjugations for responderen:

o.t.t.
  1. respondeer
  2. respondeert
  3. respondeert
  4. responderen
  5. responderen
  6. responderen
o.v.t.
  1. respondeerde
  2. respondeerde
  3. respondeerde
  4. respondeerden
  5. respondeerden
  6. respondeerden
v.t.t.
  1. heb gerespondeerd
  2. hebt gerespondeerd
  3. heeft gerespondeerd
  4. hebben gerespondeerd
  5. hebben gerespondeerd
  6. hebben gerespondeerd
v.v.t.
  1. had gerespondeerd
  2. had gerespondeerd
  3. had gerespondeerd
  4. hadden gerespondeerd
  5. hadden gerespondeerd
  6. hadden gerespondeerd
o.t.t.t.
  1. zal responderen
  2. zult responderen
  3. zal responderen
  4. zullen responderen
  5. zullen responderen
  6. zullen responderen
o.v.t.t.
  1. zou responderen
  2. zou responderen
  3. zou responderen
  4. zouden responderen
  5. zouden responderen
  6. zouden responderen
diversen
  1. respondeer!
  2. respondeert!
  3. gerespondeerd
  4. responderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor responderen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
antworten antwoorden; beantwoorden; reageren; responderen antwoorden
beantworten antwoorden; beantwoorden; responderen
entgegnen antwoorden; beantwoorden; responderen iets in te brengen hebben; inbrengen; naar voren brengen; opperen; poneren
erwidern antwoorden; beantwoorden; responderen
reagieren antwoorden; reageren; responderen ingaan; reageren
respondieren antwoorden; reageren; responderen