Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. rubber:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rubber (Nederlands) in het Duits

rubber:

rubber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de rubber
    der Kautschuk; Gummi
    • Kautschuk [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gummi [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rubber:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gummi rubber elastiek; gom
Kautschuk rubber

Verwante woorden van "rubber":

  • rubberen, rubbers

Wiktionary: rubber

rubber
noun
  1. een uit het sap van de rubberboom vervaardigd elastisch materiaal
rubber
noun
  1. (umgangssprachlich) Kondom
  2. Kautschukprodukt, Material für weitere Endprodukte

Cross Translation:
FromToVia
rubber Kautschuck; Gummi caoutchouc — À classer selon le sens

Verwante vertalingen van rubber