Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sakkeren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sakkeren (Nederlands) in het Duits

sakkeren:

sakkeren werkwoord (sakker, sakkert, sakkerde, sakkerden, gesakkerd)

  1. sakkeren
    brummen; grunzen; knurren; murren; brummeln
    • brummen werkwoord (brumme, brummst, brummt, brummte, brummtet, gebrummt)
    • grunzen werkwoord (grunze, grunzt, grunzte, grunztet, gegrunzt)
    • knurren werkwoord (knurre, knurrst, knurrt, knurrte, knurrtet, geknurrt)
    • murren werkwoord (murre, murrst, murrt, murrte, murrtet, gemurrt)
    • brummeln werkwoord (brummele, brummelst, brummelt, brummelte, brummeltet, gebrummelt)

Conjugations for sakkeren:

o.t.t.
  1. sakker
  2. sakkert
  3. sakkert
  4. sakkeren
  5. sakkeren
  6. sakkeren
o.v.t.
  1. sakkerde
  2. sakkerde
  3. sakkerde
  4. sakkerden
  5. sakkerden
  6. sakkerden
v.t.t.
  1. heb gesakkerd
  2. hebt gesakkerd
  3. heeft gesakkerd
  4. hebben gesakkerd
  5. hebben gesakkerd
  6. hebben gesakkerd
v.v.t.
  1. had gesakkerd
  2. had gesakkerd
  3. had gesakkerd
  4. hadden gesakkerd
  5. hadden gesakkerd
  6. hadden gesakkerd
o.t.t.t.
  1. zal sakkeren
  2. zult sakkeren
  3. zal sakkeren
  4. zullen sakkeren
  5. zullen sakkeren
  6. zullen sakkeren
o.v.t.t.
  1. zou sakkeren
  2. zou sakkeren
  3. zou sakkeren
  4. zouden sakkeren
  5. zouden sakkeren
  6. zouden sakkeren
diversen
  1. sakker!
  2. sakkert!
  3. gesakkerd
  4. sakkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor sakkeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brummeln sakkeren brommen; kankeren; klagen; knorren; knorrend geluid maken; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen; slissen
brummen sakkeren brommen; grommen; kankeren; klagen; knorren; knorrend geluid maken; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen; zoemen
grunzen sakkeren brommen; donderen; grommen; kankeren; klagen; knorren; knorrend geluid maken; mopperen; morren; onweren; over iets mopperen; pruttelen
knurren sakkeren brommen; grommen; kankeren; klagen; knorren; knorrend geluid maken; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen
murren sakkeren brommen; kankeren; klagen; knorren; knorrend geluid maken; mopperen; morren; over iets mopperen; protesteren; pruttelen; sputteren; tegenpruttelen; tegensputteren