Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. schaars:
  2. schaar:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schaars (Nederlands) in het Duits

schaars:

schaars bijvoeglijk naamwoord

  1. schaars (zeldzaam)
    kaum; selten
    • kaum bijvoeglijk naamwoord
    • selten bijvoeglijk naamwoord
  2. schaars (zeldzaam; uitzonderlijk; raar; )
    außergewöhnlich; seltsam; selten

Vertaal Matrix voor schaars:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
außergewöhnlich ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam apart; bijzonder; bovenmatig; buitengemeen; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; dolletjes; eigenaardig; enig; ergst; excentriek; excessief; extravagant; extreem; fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; grootst; heel erg; hogelijk; hoogst; mateloos; maximaal; meest; niet gewend; ongemeen; ongewoon; puik; ten zeerste; tomeloos; typisch; uitermate; uiterst; uitheems; uitzonderlijk; uitzonderlijke; vreemd; zeer; zeldzaam; zonderling
kaum schaars; zeldzaam
selten ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; ergst; excessief; extreem; grootst; heel erg; hogelijk; hoogst; incidenteel; maximaal; meest; sporadisch; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer; zelden
seltsam ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; extravagant; merkwaardig; ongewoon; typisch; uitheems; uitzonderlijk; vreemd; zeldzaam; zonderling

Verwante woorden van "schaars":


Antoniemen van "schaars":


Verwante definities voor "schaars":

  1. waar maar weinig van is1
    • in sommige landen is de benzine schaars1

Wiktionary: schaars

schaars
adjective
  1. weinig in aantal of hoeveelheid
schaars
adjective
  1. nur in geringer Anzahl vorhanden; nur in geringer Häufigkeit vorkommend
  2. gerade noch ausreichend, wenig; weniger werdend oder geworden
  3. attributiv, prädikativ: nur in geringen Mengen vorhanden
  4. adverbiell: nicht häufig passierend; die Wiederholungen haben eine große Zeitspanne
  5. adverbiell, nicht steigerbar: (von Eigenschaften) in einer Ausprägung, wie sie nur bei wenigen Exemplaren vorkommt

Cross Translation:
FromToVia
schaars spärlich; dünn sparse — not dense; meager
schaars karg; schmal; dürftig; kärglich insuffisant — Qui ne suffire pas.
schaars knapp; selten; rar; karg; dürftig; kärglich; spärlich rare — Qui est en petit nombre, qui se trouve difficilement.

schaar:

schaar [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de schaar (schare; kudde; massa; )
    die Schar; der Schwarm; die Herde; der Haufen; die Horde; der Trupp; die Menge; die Masse; die Volksmenge
    • Schar [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schwarm [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Herde [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Haufen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Horde [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Trupp [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Menge [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Masse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Volksmenge [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de schaar
    die Schere
    • Schere [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Haufen drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep accumulatie; bende; berg; bijeenbrenging; boel; clan; drom; grote hoeveelheid; heleboel; hoop; hopen; horde; kluit; massa; menigte; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; overvloed; schare; selectie; sortering; stapel; stapeling; stapels; stel; verzameling
Herde drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep
Horde drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep aantal personen bijeen; allegaartje; bende; clan; drom; gezelschap; groep; hoop; horde; massa; mengelmoes; menigte; meute; samenraapsel; schare; troep
Masse drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep accumulatie; berg; boel; drom; grote hoeveelheid; heleboel; hoop; massa; menigte; mensenmassa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; oploopje; opstapeling; overvloed; samenkomst; stapel; toeloop; troep
Menge drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep aantal; aardig wat; accumulatie; bende; benoemde set; berg; boel; drom; groot en dik stuk; grote hoeveelheid; heleboel; hoeveelheid; homp; hoop; horde; kluit; kwantiteit; massa; menigte; mensenmassa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; oploopje; opstapeling; overvloed; partij; samenkomst; schare; selectie; set; sortering; stapel; stel; toeloop; troep; verzameling
Schar drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep aantal personen bijeen; allegaartje; bende; cohort; drom; gezelschap; groep; groep mensen; hoop; horde; massa; mengelmoes; menigte; mensenmassa; oploopje; samenkomst; samenraapsel; schare; toeloop; troep
Schere schaar
Schwarm drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep afgod; afgodsbeeld; idool; oploopje; samenkomst; toeloop; zwerm
Trupp drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep aantal personen bijeen; drom; gezelschap; groep; groep mensen; massa; menigte; mensenmassa; oploopje; samenkomst; toeloop; troep
Volksmenge drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep drom; massa; menigte; mensenmassa; oploopje; samenkomst; toeloop; troep; volksmenigte
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schere Schaar

Verwante woorden van "schaar":


Verwante definities voor "schaar":

  1. gereedschap dat bestaat uit twee scherpe helften die elkaar kruisen1
    • met de schaar knip ik het papier door1
  2. grijporgaan van sommige dieren1
    • een kreeft heeft scharen1

Wiktionary: schaar

schaar
noun
  1. gereedschap waarbij een tweetal langs elkaar snijdende messen een rechte of strakke snede maakt
schaar
noun
  1. Gerät zum Schneiden von Papier u.ä.

Cross Translation:
FromToVia
schaar Schere scissors — tool used for cutting
schaar Schere ciseau — Instrument de fer ou d’acier composé de deux branches mobiles tranchantes en dedans
schaar Schere ciseaux — Instrument à deux lames... pour couper ou rogner.