Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. schending:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schending (Nederlands) in het Duits

schending:

schending [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de schending (inbreuk; aantasting; schennis)
    der Einbruch
    • Einbruch [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schending:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Einbruch aantasting; inbreuk; schending; schennis braak; inbraak; inzakking; kraak

Verwante woorden van "schending":

  • schendingen

Wiktionary: schending

schending
noun
  1. Nichteinhaltung, Übertretung eines Gesetzes, einer Norm oder Abmachung
  2. das Übertreten eines Gebotes, einer Grenze

Cross Translation:
FromToVia
schending Verletzung violation — act or instance of violating