Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. schram:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schram (Nederlands) in het Duits

schram:

schram [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de schram (krab; kras; krabwond)
    der Kratzer; die Schramme
    • Kratzer [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schramme [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schram:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kratzer krab; krabwond; kras; schram haal; krabbelaar; krabber; krabijzer; kras; krasser; pennekras; schraapijzer; schraapmes; schrammetje; schraper; schrapijzer; spatel; verfkrabber
Schramme krab; krabwond; kras; schram schrammetje

Verwante woorden van "schram":

  • schrammen

Wiktionary: schram

schram
noun
  1. kleine bis mittelgroße Wunde oder Beschädigung, die durch bewegte Berührung mit einem spitzen Gegenstand hervorgerufen wurde