Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. skiër:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor skiër (Nederlands) in het Duits

skiër:

skiër [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de skiër (skiloper)
    der Skifahrer; der Skiläufer

Vertaal Matrix voor skiër:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Skifahrer skiloper; skiër skiërs
Skiläufer skiloper; skiër

Verwante woorden van "skiër":


Wiktionary: skiër


Cross Translation:
FromToVia
skiër Skifahrer; Skifahrerin skier — someone who practices skiing