Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sluitstuk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sluitstuk (Nederlands) in het Duits

sluitstuk:

sluitstuk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het sluitstuk (laatste opvoering; finale; slotstuk)
    Schlußteil; Schlußstück

Vertaal Matrix voor sluitstuk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schlußstück finale; laatste opvoering; slotstuk; sluitstuk
Schlußteil finale; laatste opvoering; slotstuk; sluitstuk

Verwante woorden van "sluitstuk":


Wiktionary: sluitstuk


Cross Translation:
FromToVia
sluitstuk Schlussstein; Scheitelstein keystone — the top stone of an arch