Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. spullen:
  2. spul:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spullen (Nederlands) in het Duits

spullen:

spullen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de spullen (dingen; zaakjes; zaken; goedje; waar)
    die Sachen; die Dinge; die Dinger; Zeug; die Güter; die Besitztümer; Inventar
    • Sachen [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Dinge [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Dinger [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zeug [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Güter [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Besitztümer [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Inventar [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spullen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Besitztümer dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken bezittingen; eigendommen
Dinge dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken
Dinger dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken
Güter dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken bezittingen; eigendommen; goederen; handelsgoederen; handelswaar; koopwaar; onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed; verbruiksgoederen; waar; waren
Inventar dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken boedel; huisraad; inboedel; inventaris; voorraad
Sachen dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken artikel; ding; goed; item; object; voorwerp; zaak
Zeug dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken artikel; bocht; broeden; ding; draai; gebroed; gewaad; goed; goedje; item; junk; kledingmateriaal; kleren; kromming; kromte; materiaal; object; prullaria; rommel; spul; tenue; voorwerp; zaak

Verwante woorden van "spullen":


Verwante definities voor "spullen":

  1. voorwerpen die je niet precies kunt of wilt noemen1
    • waar zijn de spullen van Viktor gebleven?1

spul:

spul [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het spul (goedje; materiaal)
    Zeug
    • Zeug [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spul:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Zeug goedje; materiaal; spul artikel; bocht; broeden; ding; dingen; draai; gebroed; gewaad; goed; goedje; item; junk; kledingmateriaal; kleren; kromming; kromte; object; prullaria; rommel; spullen; tenue; voorwerp; waar; zaak; zaakjes; zaken

Verwante woorden van "spul":


Verwante definities voor "spul":

  1. hoeveelheid van een stof die je niet precies wilt of kunt noemen1
    • hoe heet dat spul dat in de thermometer zit?1

Wiktionary: spul


Cross Translation:
FromToVia
spul Stoff junk — narcotic drug
spul Sachen; Kram stuff — miscellaneous items; things
spul Substanz substance — philosophie|fr Ce qui subsister par soi-même, indépendamment de tout accident.