Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal stoerheid

Vertaal stoerheid van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

stoerheid:
- Stämmigkeit; Rüstigkeit
stoer:
- stämmig; vierschrötig; rüstig
Wiktionary:
- stoerheid → Stärke, Kraft, Robustheit
- stoer → fest, befestigt, haltbar, wiederstandsfähig

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stoerheid (Nederlands) in het Duits

stoerheid:

stoerheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de stoerheid (fermheid)
die Stämmigkeit; die Rüstigkeit
- Stämmigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Rüstigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stoerheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Rüstigkeit	fermheid; stoerheid	dapperheid; koenheid; kranigheid; moed; onversaagdheid
Stämmigkeit	fermheid; stoerheid	dapperheid; fermheid; flinkheid; forsheid; koenheid; moed; onversaagdheid; stevigheid

Verwante woorden van "stoerheid":

stoer

Wiktionary: stoerheid

Cross Translation:

From	To	Via
• stoerheid	→ Stärke; Kraft; Robustheit	↔ vigueur — Force ; plénitude ; énergie ; fougue.

stoer:

stoer bijvoeglijk naamwoord

stoer (flink)
stämmig; vierschrötig; rüstig
- stämmig bijvoeglijk naamwoord
- vierschrötig bijvoeglijk naamwoord
- rüstig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor stoer:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rüstig	flink; stoer
stämmig	flink; stoer	ferm; flink; fors; fysiek sterk; gespierd; krachtig; massief; niet hol; potig; sterk; stevig
vierschrötig	flink; stoer

Verwante woorden van "stoer":

stoerheid, stoerst, stoerste, stoere

Wiktionary: stoer

Cross Translation:

From	To	Via
• stoer	→ fest; befestigt; haltbar; wiederstandsfähig	↔ robuste — Qui est fort, vigoureux, résistant.