Nederlands

Uitgebreide vertaling voor strevend (Nederlands) in het Duits

strevend:

strevend bijvoeglijk naamwoord

  1. strevend
    strebsam

Vertaal Matrix voor strevend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
strebsam strevend actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam

streven:

streven [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het streven (doeleinde; doel; inzet)
    Ziel; der Zweck; die Zielsetzung
    • Ziel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Zweck [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zielsetzung [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. het streven (ambitie; aspiratie)
    die Ambition; der Ehrgeiz; Streben; der Eifer; Bestreben; Bemühen
    • Ambition [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Ehrgeiz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Streben [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Eifer [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bestreben [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bemühen [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. het streven (beogen; pogen; ambitie; )
    Anstreben; Beabsichtigen; die Anstrebung; Erstreben; Bezwecken

streven werkwoord (streef, streeft, streefte, streeften, gestreefd)

  1. streven (streven naar; mikken op)
    anstreben; erstreben
    • anstreben werkwoord (strebe an, strebst an, strebt an, strebte an, strebtet an, angestrebt)
    • erstreben werkwoord
  2. streven (ijveren)
    anstreben; trachten; bestreben; erstreben
    • anstreben werkwoord (strebe an, strebst an, strebt an, strebte an, strebtet an, angestrebt)
    • trachten werkwoord (trachte, trachtest, trachtet, trachtete, trachtetet, getrachtet)
    • bestreben werkwoord (bestrebe, bestrebst, bestrebt, bestrebte, bestrebtet, bestrebt)
    • erstreben werkwoord

Conjugations for streven:

o.t.t.
  1. streef
  2. streeft
  3. streeft
  4. streven
  5. streven
  6. streven
o.v.t.
  1. streefte
  2. streefte
  3. streefte
  4. streeften
  5. streeften
  6. streeften
v.t.t.
  1. heb gestreefd
  2. hebt gestreefd
  3. heeft gestreefd
  4. hebben gestreefd
  5. hebben gestreefd
  6. hebben gestreefd
v.v.t.
  1. had gestreefd
  2. had gestreefd
  3. had gestreefd
  4. hadden gestreefd
  5. hadden gestreefd
  6. hadden gestreefd
o.t.t.t.
  1. zal streven
  2. zult streven
  3. zal streven
  4. zullen streven
  5. zullen streven
  6. zullen streven
o.v.t.t.
  1. zou streven
  2. zou streven
  3. zou streven
  4. zouden streven
  5. zouden streven
  6. zouden streven
en verder
  1. ben gestreefd
  2. bent gestreefd
  3. is gestreefd
  4. zijn gestreefd
  5. zijn gestreefd
  6. zijn gestreefd
diversen
  1. streef!
  2. streeft!
  3. gestreefd
  4. strevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor streven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ambition ambitie; aspiratie; streven ambitie; eerzucht
Anstreben aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
Anstrebung aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
Beabsichtigen aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
Bemühen ambitie; aspiratie; streven ambitie; eerzucht; inspanning; last; moeite; soesa
Bestreben ambitie; aspiratie; streven ambitie; eerzucht
Bezwecken aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
Ehrgeiz ambitie; aspiratie; streven ambitie; eerzucht
Eifer ambitie; aspiratie; streven activiteit; ambitie; arbeid; bedrijvigheid; bezigheid; eerzucht; felheid; gedrevenheid; genoegen; genot; heftigheid; hevigheid; ijver; ijverigheid; intensiteit; jool; kracht; leut; lust; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; plezier; pret; vlijt; vlijtigheid; voortvarendheid; werklust; werkzaamheid
Erstreben aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
Streben ambitie; aspiratie; streven ambitie; eerzucht
Ziel doel; doeleinde; inzet; streven bestemming; doel; doel bij voetbalwedstrijd; doel-; doelstelling; doelvoorziening; doelwit; einde; eindpaal; eindpunt; eindstreep; finish; finishlijn; goal; intentie; meet; mikpunt; moedwil; reisbestemming; voornemen
Zielsetzung doel; doeleinde; inzet; streven doelstelling
Zweck doel; doeleinde; inzet; streven doel bij voetbalwedstrijd; doelwit; goal; intentie; moedwil; voornemen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anstreben ijveren; mikken op; streven; streven naar aflopen; ambiëren; bedoelen; beogen; gericht werpen; koers zetten naar; mikken; ten doel hebben; vervoegen; zich begeven naar
bestreben ijveren; streven gericht werpen; mikken
erstreben ijveren; mikken op; streven; streven naar bedoelen; beogen; gericht werpen; mikken; najagen; nastreven; ten doel hebben; trachten te verkrijgen; vervolgen
trachten ijveren; streven gericht werpen; mikken

Verwante definities voor "streven":

  1. het als doel stellen en er je best voor doen1
    • ik streef altijd naar hoge cijfers1

Wiktionary: streven

streven
verb
  1. een doel willen bereiken
noun
  1. het willen bereiken van een doel
streven
verb
  1. (transitiv), gehoben: nach etwas streben, etwas zu erreichen suchen
  2. sich voller Energie zu einem bestimmten Ort, Ziel hin bewegen

Cross Translation:
FromToVia
streven Unternehmen endeavor — enterprise; assiduous or persistent activity
streven streben strive — to try to achieve
streven bekümmern; betrüben; grämen; kränken; quälen; Leid verursachen; Herzeleid verursachen; sich abmühen; sich anstrengen; sich bemühen; sich Mühe geben peiner — Faire de la peine, causer du chagrin, de l’inquiétude, affliger.