Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sukkelend:
  2. sukkelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sukkelend (Nederlands) in het Duits

sukkelend:

sukkelend bijvoeglijk naamwoord

  1. sukkelend
    kränklich

Vertaal Matrix voor sukkelend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kränklich sukkelend armzalig; bleekjes; breekbaar; broos; dun; fragiel; gammel; geen vet op de botten hebbende; iel; karig; krakkemikkig; krukkig; kwetsbaar; mager; menstruerend; onbeholpen; ongesteld; ongezond; onhandig; pips; pover; schamel; schraal; schriel; schutterig; slap; slapjes; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; teer; wankel; wee; ziekelijk; ziekjes; zwak

sukkelend vorm van sukkelen:

sukkelen werkwoord (sukkel, sukkelt, sukkelde, sukkelden, gesukkeld)

  1. sukkelen (kwakkelen)
    kränkeln; kränklich sein
    • kränkeln werkwoord (kränkele, kränkelst, kränkelt, kränkelte, kränkeltet, gekränkelt)
    • kränklich sein werkwoord (bin kränklich, bist kränklich, ist kränklich, war kränklich, wart kränklich, kränklich gewesen)

Conjugations for sukkelen:

o.t.t.
  1. sukkel
  2. sukkelt
  3. sukkelt
  4. sukkelen
  5. sukkelen
  6. sukkelen
o.v.t.
  1. sukkelde
  2. sukkelde
  3. sukkelde
  4. sukkelden
  5. sukkelden
  6. sukkelden
v.t.t.
  1. heb gesukkeld
  2. hebt gesukkeld
  3. heeft gesukkeld
  4. hebben gesukkeld
  5. hebben gesukkeld
  6. hebben gesukkeld
v.v.t.
  1. had gesukkeld
  2. had gesukkeld
  3. had gesukkeld
  4. hadden gesukkeld
  5. hadden gesukkeld
  6. hadden gesukkeld
o.t.t.t.
  1. zal sukkelen
  2. zult sukkelen
  3. zal sukkelen
  4. zullen sukkelen
  5. zullen sukkelen
  6. zullen sukkelen
o.v.t.t.
  1. zou sukkelen
  2. zou sukkelen
  3. zou sukkelen
  4. zouden sukkelen
  5. zouden sukkelen
  6. zouden sukkelen
en verder
  1. ben gesukkeld
  2. bent gesukkeld
  3. is gesukkeld
  4. zijn gesukkeld
  5. zijn gesukkeld
  6. zijn gesukkeld
diversen
  1. sukkel!
  2. sukkelt!
  3. gesukkeld
  4. sukkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor sukkelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kränkeln kwakkelen; sukkelen
kränklich sein kwakkelen; sukkelen

Verwante woorden van "sukkelen":


Wiktionary: sukkelen

sukkelen
verb
  1. kampen met een gebrekkige gezondheid of lichamelijk gebrek
sukkelen
Cross Translation:
FromToVia
sukkelen kränklich sein ail — to be ill