Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. te pakken krijgen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor te pakken krijgen (Nederlands) in het Duits

te pakken krijgen:

te pakken krijgen werkwoord (krijg te pakken, krijgt te pakken, kreeg te pakken, kregen te pakken, te pakken gekregen)

  1. te pakken krijgen (iets bemachtigen; verkrijgen)
    bekommen; erwerben; erfassen; gewinnen; fassen; aufschnappen; ergreifen
    • bekommen werkwoord (bekomme, bekommst, bekommt, bekam, bekamt, bekommen)
    • erwerben werkwoord (erwerbe, erwirbst, erwirbt, erwarb, erwarbt, erworben)
    • erfassen werkwoord (erfaße, erfaßt, erfaßte, erfaßtet, erfaßt)
    • gewinnen werkwoord (gewinne, gewinnst, gewinnt, gewann, gewannt, gewonnen)
    • fassen werkwoord (fasse, fasst, fasste, fasstet, gefasst)
    • aufschnappen werkwoord (schnappe auf, schnappst auf, schnappt auf, schnappte auf, schnapptet auf, aufgeschnappt)
    • ergreifen werkwoord (ergreife, ergreifst, ergreift, ergriff, ergrifft, ergriffen)
  2. te pakken krijgen
    erwischen; ergreifen
    • erwischen werkwoord (erwische, erwischst, erwischt, erwischte, erwischtet, erwischt)
    • ergreifen werkwoord (ergreife, ergreifst, ergreift, ergriff, ergrifft, ergriffen)

Conjugations for te pakken krijgen:

o.t.t.
  1. krijg te pakken
  2. krijgt te pakken
  3. krijgt te pakken
  4. krijgen te pakken
  5. krijgen te pakken
  6. krijgen te pakken
o.v.t.
  1. kreeg te pakken
  2. kreeg te pakken
  3. kreeg te pakken
  4. kregen te pakken
  5. kregen te pakken
  6. kregen te pakken
v.t.t.
  1. heb te pakken gekregen
  2. hebt te pakken gekregen
  3. heeft te pakken gekregen
  4. hebben te pakken gekregen
  5. hebben te pakken gekregen
  6. hebben te pakken gekregen
v.v.t.
  1. had te pakken gekregen
  2. had te pakken gekregen
  3. had te pakken gekregen
  4. hadden te pakken gekregen
  5. hadden te pakken gekregen
  6. hadden te pakken gekregen
o.t.t.t.
  1. zal te pakken krijgen
  2. zult te pakken krijgen
  3. zal te pakken krijgen
  4. zullen te pakken krijgen
  5. zullen te pakken krijgen
  6. zullen te pakken krijgen
o.v.t.t.
  1. zou te pakken krijgen
  2. zou te pakken krijgen
  3. zou te pakken krijgen
  4. zouden te pakken krijgen
  5. zouden te pakken krijgen
  6. zouden te pakken krijgen
en verder
  1. ben te pakken gekregen
  2. bent te pakken gekregen
  3. is te pakken gekregen
  4. zijn te pakken gekregen
  5. zijn te pakken gekregen
  6. zijn te pakken gekregen
diversen
  1. krijg te pakken!
  2. krijgt te pakken!
  3. te pakken gekregen
  4. te pakken krijgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor te pakken krijgen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aufschnappen iets bemachtigen; te pakken krijgen; verkrijgen afvangen; onderscheppen; ondervangen; onderweg opvangen; opvangen
bekommen iets bemachtigen; te pakken krijgen; verkrijgen behalen; bekomen; halen; in ontvangst nemen; krijgen; ontvangen; opstrijken; pakken; verkrijgen; verwerven; winnen; zich hervinden
erfassen iets bemachtigen; te pakken krijgen; verkrijgen aanhouden; arresteren; betrappen; bijsluiten; bijvoegen; gevangennemen; grijpen; indexeren; inrekenen; insluiten; klauwen; nemen; nuttigen; obsederen; omtrekken; oppakken; pakken; registreren; snappen; toevoegen; van indexnummers voorzien; vangen; vatten; verschalken; verstaan; verstrikken
ergreifen iets bemachtigen; te pakken krijgen; verkrijgen aangrijpen; aanhouden; arresteren; betrappen; gevangennemen; grijpen; inrekenen; klauwen; nuttigen; obsederen; ontroeren; oppakken; pakken; snappen; vangen; vatten; verschalken; verstrikken
erwerben iets bemachtigen; te pakken krijgen; verkrijgen aankopen; aanschaffen; de kost verdienen; kopen; opkopen; overnemen; verkrijgen; verwerven
erwischen te pakken krijgen betrappen; grijpen; iets onverwachts doen; klauwen; nuttigen; obsederen; pakken; snappen; tepakkenkrijgen; vangen; vatten; verrassen; verschalken; verstrikken
fassen iets bemachtigen; te pakken krijgen; verkrijgen aanhouden; aanklampen; aanpakken; arresteren; beetgrijpen; beetnemen; beetpakken; begrijpen; beseffen; betrappen; doorzien; gevangennemen; grijpen; inrekenen; inzien; klauwen; met het verstand vatten; nuttigen; obsederen; onderkennen; oppakken; pakken; realiseren; snappen; vangen; vastgrijpen; vastklampen; vastnemen; vastpakken; vatten; verschalken; verstrikken; zich beheersen
gewinnen iets bemachtigen; te pakken krijgen; verkrijgen behalen; binnenbrengen; binnenhalen; de overwinning behalen; gewinnen; opbrengen; opleveren; verkrijgen; winnen; zegevieren

Verwante vertalingen van te pakken krijgen