Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. tobber:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tobber (Nederlands) in het Duits

tobber:

tobber [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. tobber (piekeraar)
    der Griesgram; der Grübler; der Sinnierer

Vertaal Matrix voor tobber:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Griesgram piekeraar; tobber brombeer; brompot; droefenis; geitenbreier; grompot; kankeraar; kniesoor; knorrepot; moeilijkheid; mopperaar; narigheid; penarie; probleem; sjacherijn; treurnis; verdriet; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet
Grübler piekeraar; tobber mijmeraar; peinzer
Sinnierer piekeraar; tobber

Verwante woorden van "tobber":

  • tobbers