Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. toeslaan:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toeslaan (Nederlands) in het Duits

toeslaan:

toeslaan werkwoord (sla toe, slaat toe, sloeg toe, sloegen toe, toegeslagen)

  1. toeslaan (grijpen)
    greifen
    • greifen werkwoord (greife, greifst, greift, griff, grifft, gegriffen)

Conjugations for toeslaan:

o.t.t.
  1. sla toe
  2. slaat toe
  3. slaat toe
  4. slaan toe
  5. slaan toe
  6. slaan toe
o.v.t.
  1. sloeg toe
  2. sloeg toe
  3. sloeg toe
  4. sloegen toe
  5. sloegen toe
  6. sloegen toe
v.t.t.
  1. heb toegeslagen
  2. hebt toegeslagen
  3. heeft toegeslagen
  4. hebben toegeslagen
  5. hebben toegeslagen
  6. hebben toegeslagen
v.v.t.
  1. had toegeslagen
  2. had toegeslagen
  3. had toegeslagen
  4. hadden toegeslagen
  5. hadden toegeslagen
  6. hadden toegeslagen
o.t.t.t.
  1. zal toeslaan
  2. zult toeslaan
  3. zal toeslaan
  4. zullen toeslaan
  5. zullen toeslaan
  6. zullen toeslaan
o.v.t.t.
  1. zou toeslaan
  2. zou toeslaan
  3. zou toeslaan
  4. zouden toeslaan
  5. zouden toeslaan
  6. zouden toeslaan
en verder
  1. ben toegeslagen
  2. bent toegeslagen
  3. is toegeslagen
  4. zijn toegeslagen
  5. zijn toegeslagen
  6. zijn toegeslagen
diversen
  1. sla toe!
  2. slat toe!
  3. toegeslagen
  4. toeslaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor toeslaan:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
greifen grijpen; toeslaan aanhouden; aanklampen; aanpakken; arresteren; beetgrijpen; beetnemen; beetpakken; buitmaken; gevangennemen; grijpen; inrekenen; klauwen; obsederen; oppakken; pakken; vangen; vastgrijpen; vastklampen; vastnemen; vastpakken; vatten; verstrikken