Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal trekkers

Vertaal trekkers van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

trekkers:
- Traktor; Trecker; Spaziergänger; Schlepper; Drücker; Aussteller
trekker:
- wanderin; Traktor; Sattelschlepper; Trecker; Schlepper; Scheibenwischer
Wiktionary:
- trekker → Traktor
- trekker → Traktor, Trecker, Schlepper, Wandersmann

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor trekkers (Nederlands) in het Duits

trekkers:

trekkers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de trekkers (tractoren)
der Traktor; der Trecker
- Traktor [der ~] zelfstandig naamwoord
- Trecker [der ~] zelfstandig naamwoord
de trekkers (wandelaars)
die Spaziergänger; der Schlepper; der Drücker; der Aussteller
- Spaziergänger [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlepper [der ~] zelfstandig naamwoord
- Drücker [der ~] zelfstandig naamwoord
- Aussteller [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trekkers:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Aussteller	trekkers; wandelaars	exposant; exposante; exposanten; tentoonsteller; tentoonstellers; toedieners; verleners
Drücker	trekkers; wandelaars	haan; knopje; knopjes; trekker van vuurwapen
Schlepper	trekkers; wandelaars	aanbrengers; klantenlokkers; runners; sleepboot; sleepboten; sleper; slepers; stoepiers; tractor; trekker
Spaziergänger	trekkers; wandelaars	kuieraar; slenteraar; wandelaar
Traktor	tractoren; trekkers	tractor; trekker
Trecker	tractoren; trekkers	tractor; trekker

Verwante woorden van "trekkers":

trekker

trekkers vorm van trekker:

trekker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de trekker (trekster)
die wanderin
- wanderin [die ~] zelfstandig naamwoord
de trekker (tractor)
der Traktor; der Sattelschlepper; der Trecker; der Schlepper
- Traktor [der ~] zelfstandig naamwoord
- Sattelschlepper [der ~] zelfstandig naamwoord
- Trecker [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schlepper [der ~] zelfstandig naamwoord
de trekker (ruitenwisser; wisser)
der Scheibenwischer
- Scheibenwischer [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trekker:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Sattelschlepper	tractor; trekker	truck; trucks; vrachtwagen; vrachtwagens
Scheibenwischer	glazenwisser; ruitenwisser; trekker; wisser	ruitenwisser; wisser
Schlepper	tractor; trekker	aanbrengers; klantenlokkers; runners; sleepboot; sleepboten; sleper; slepers; stoepiers; trekkers; wandelaars
Traktor	tractor; trekker	tractoren; trekkers
Trecker	tractor; trekker	tractoren; trekkers
wanderin	trekker; trekster

Verwante woorden van "trekker":

trekkers

Wiktionary: trekker

trekker

noun

ein schweres Fahrzeug in der Landwirtschaft, mit dem man zum Beispiel den Pflug zieht
- Traktor → trekker; tractor

Cross Translation:

From	To	Via
• trekker	→ Traktor; Trecker; Schlepper	↔ tractor — farm vehicle
• trekker	→ Wandersmann	↔ wayfarer — traveller
• trekker	→ Traktor	↔ tracteur — machine qui sert à tirer, véhicule qui sert à remorquer.