Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. uit de weg ruimen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uit de weg ruimen (Nederlands) in het Duits

uit de weg ruimen:

uit de weg ruimen werkwoord (ruim uit de weg, ruimt uit de weg, ruimde uit de weg, ruimden uit de weg, uit de weg geruimd)

  1. uit de weg ruimen (liquideren; afmaken; koudmaken)
    erledigen; liquidieren; vernichten; töten; ausschalten
    • erledigen werkwoord (erledige, erledigst, erledigt, erledigte, erledigtet, erledigt)
    • liquidieren werkwoord (liquidiere, liquidierst, liquidiert, liquidierte, liquidiertet, liquidiert)
    • vernichten werkwoord (vernichte, vernichtest, vernichtet, vernichtete, vernichtetet, vernichtet)
    • töten werkwoord (töte, tötest, tötet, tötete, tötetet, getötet)
    • ausschalten werkwoord (schalte aus, schaltest aus, schaltet aus, schaltete aus, schaltetet aus, ausgeschaltet)

Conjugations for uit de weg ruimen:

o.t.t.
  1. ruim uit de weg
  2. ruimt uit de weg
  3. ruimt uit de weg
  4. ruimen uit de weg
  5. ruimen uit de weg
  6. ruimen uit de weg
o.v.t.
  1. ruimde uit de weg
  2. ruimde uit de weg
  3. ruimde uit de weg
  4. ruimden uit de weg
  5. ruimden uit de weg
  6. ruimden uit de weg
v.t.t.
  1. heb uit de weg geruimd
  2. hebt uit de weg geruimd
  3. heeft uit de weg geruimd
  4. hebben uit de weg geruimd
  5. hebben uit de weg geruimd
  6. hebben uit de weg geruimd
v.v.t.
  1. had uit de weg geruimd
  2. had uit de weg geruimd
  3. had uit de weg geruimd
  4. hadden uit de weg geruimd
  5. hadden uit de weg geruimd
  6. hadden uit de weg geruimd
o.t.t.t.
  1. zal uit de weg ruimen
  2. zult uit de weg ruimen
  3. zal uit de weg ruimen
  4. zullen uit de weg ruimen
  5. zullen uit de weg ruimen
  6. zullen uit de weg ruimen
o.v.t.t.
  1. zou uit de weg ruimen
  2. zou uit de weg ruimen
  3. zou uit de weg ruimen
  4. zouden uit de weg ruimen
  5. zouden uit de weg ruimen
  6. zouden uit de weg ruimen
en verder
  1. ben uit de weg geruimd
  2. bent uit de weg geruimd
  3. is uit de weg geruimd
  4. zijn uit de weg geruimd
  5. zijn uit de weg geruimd
  6. zijn uit de weg geruimd
diversen
  1. ruim uit de weg!
  2. ruimt uit de weg!
  3. uit de weg geruimd
  4. uit de weg ruimend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor uit de weg ruimen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ausschalten afmaken; koudmaken; liquideren; uit de weg ruimen afbreken; afzetten; doven; ruineren; slopen; smoren; uitblussen; uitdoen; uitdoven; uitdraaien; uitmaken; uitschakelen; uitzetten; vernielen; vernietigen; verwoesten
erledigen afmaken; koudmaken; liquideren; uit de weg ruimen afbreken; afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; beëindigen; completeren; doden; doen; doodmaken; doodschieten; doodslaan; doodvonnis uitvoeren; een einde maken aan; executeren; fiksen; handelen; klaarkrijgen; klaarmaken; klaarspelen; liquideren; om het leven brengen; ombrengen; ruineren; slopen; uitgommen; uitrichten; uitvegen; uitvlakken; uitvoeren; uitwissen; van kant maken; vermoorden; vernielen; vernietigen; verrichten; verwoesten; vlakken; volbrengen; volmaken; voltooien; voor elkaar krijgen; wegvegen; wissen
liquidieren afmaken; koudmaken; liquideren; uit de weg ruimen afbetalen; afbreken; afrekenen; liquideren; ruineren; slopen; uitroeien; vereffenen; vernielen; vernietigen; verrekenen; verwoesten
töten afmaken; koudmaken; liquideren; uit de weg ruimen afmaken; doden; doodmaken; doodslaan; liquideren; ombrengen; van kant maken; vermoorden
vernichten afmaken; koudmaken; liquideren; uit de weg ruimen afbreken; ruineren; slopen; vernielen; vernietigen; verwoesten

Wiktionary: uit de weg ruimen

uit de weg ruimen
verb
  1. etwas beiseite schaffen; etwas entfernen
  2. umgangssprachlich: jemanden töten

Verwante vertalingen van uit de weg ruimen