Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. uitzakking:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitzakking (Nederlands) in het Duits

uitzakking:

uitzakking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitzakking (verzakking)
    Einsinken; Absacken; Abrutchen; die Senkung

Vertaal Matrix voor uitzakking:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abrutchen uitzakking; verzakking
Absacken uitzakking; verzakking
Einsinken uitzakking; verzakking afketsen; afstuiten; inzakken; inzinken; kelderen; ricocheren; sterk in waarde dalen; terugkaatsen; terugvallen; wegzinken
Senkung uitzakking; verzakking afname; bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; daling; flauwe helling; glooiing; inkrimping; kostenbesparing; laagte; laten zakken; minder worden; neerlaten; ontering; salarisverlaging; terugloop; val; verkorting; verlaging