Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. usance:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor usance (Nederlands) in het Duits

usance:

usance [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de usance (gewoonte; gebruik; traditie)
    der Gebrauch; die Benutzung; die Anwendung; die Verwendung

Vertaal Matrix voor usance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anwendung gebruik; gewoonte; traditie; usance aanwenden; aanwending; applicatie; behandeling; gebruik; hantering; programma; toepassing
Benutzung gebruik; gewoonte; traditie; usance aanwenden; aanwending; behandeling; gebruik; hantering; toepassing
Gebrauch gebruik; gewoonte; traditie; usance aanwenden; aanwending; behandeling; gebruik; hantering; toepassing
Verwendung gebruik; gewoonte; traditie; usance aanwenden; aanwending; behandeling; gebruik; hantering; inzet; toepassing

Verwante woorden van "usance":


Wiktionary: usance