Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. vergelijkend:
  2. vergelijken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vergelijkend (Nederlands) in het Duits

vergelijkend:

vergelijkend bijvoeglijk naamwoord

  1. vergelijkend
    vergleichend; relativ

Vertaal Matrix voor vergelijkend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
relativ vergelijkend behoorlijk; betrekkelijk; nogal; redelijk; relatief; tamelijk
vergleichend vergelijkend betrekkelijk; relatief

vergelijken:

vergelijken werkwoord (vergelijk, vergelijkt, vergeleek, vergeleken, vergeleken)

  1. vergelijken (compareren; tegenover elkaar stellen; bij elkaar houden)
    vergleichen; konfrontieren; zusammenhalten
    • vergleichen werkwoord (vergleiche, vergleichst, vergleicht, verglich, verglichen, verglichen)
    • konfrontieren werkwoord (konfrontiere, konfrontierst, konfrontiert, konfrontierte, konfrontiertet, konfrontiert)
    • zusammenhalten werkwoord (halte zusammen, hälst zusammen, hält zusammen, hielt zusammen, hieltet zusammen, zusammengehalten)
  2. vergelijken
    vergleichen
    • vergleichen werkwoord (vergleiche, vergleichst, vergleicht, verglich, verglichen, verglichen)

Conjugations for vergelijken:

o.t.t.
  1. vergelijk
  2. vergelijkt
  3. vergelijkt
  4. vergelijken
  5. vergelijken
  6. vergelijken
o.v.t.
  1. vergeleek
  2. vergeleek
  3. vergeleek
  4. vergeleken
  5. vergeleken
  6. vergeleken
v.t.t.
  1. heb vergeleken
  2. hebt vergeleken
  3. heeft vergeleken
  4. hebben vergeleken
  5. hebben vergeleken
  6. hebben vergeleken
v.v.t.
  1. had vergeleken
  2. had vergeleken
  3. had vergeleken
  4. hadden vergeleken
  5. hadden vergeleken
  6. hadden vergeleken
o.t.t.t.
  1. zal vergelijken
  2. zult vergelijken
  3. zal vergelijken
  4. zullen vergelijken
  5. zullen vergelijken
  6. zullen vergelijken
o.v.t.t.
  1. zou vergelijken
  2. zou vergelijken
  3. zou vergelijken
  4. zouden vergelijken
  5. zouden vergelijken
  6. zouden vergelijken
diversen
  1. vergelijk!
  2. vergelijkt!
  3. vergeleken
  4. vergelijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vergelijken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
konfrontieren bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken confronteren; onder ogen zien; oog in oog laten komen; tegenover elkaar stellen
vergleichen bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken een geschil bijleggen; met elkaar vergelijken; ruzie bijleggen; schikken
zusammenhalten bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken bij elkaar houden; bijeenhouden; elkaar trouw blijven

Verwante definities voor "vergelijken":

  1. kijken naar verschillen en overeenkomsten1
    • ik heb de twee televisies met elkaar vergeleken1

Wiktionary: vergelijken

vergelijken
verb
  1. de overeenkomsten en verschillen van twee zaken in beschouwing nemen
vergelijken
Cross Translation:
FromToVia
vergelijken vergleichen compare — to assess the similarities between two things or between one thing and another
vergelijken gegenüberstellen confront — To set a thing side by side with; to compare
vergelijken vergleichen liken — compare
vergelijken vergleichen comparerexaminer les rapports de ressemblance et de différence entre une chose et une autre, entre une personne et une autre.