Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. verhuurder:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verhuurder (Nederlands) in het Duits

verhuurder:

verhuurder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de verhuurder (huurbaas)
    der Vermieter; der Verleier

Vertaal Matrix voor verhuurder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Verleier huurbaas; verhuurder
Vermieter huurbaas; verhuurder pensionhouder; verpachter

Wiktionary: verhuurder

verhuurder