Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verkeerde (Nederlands) in het Duits

verkeerde:

verkeerde [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. verkeerde
    Falsche
    • Falsche [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor verkeerde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Falsche verkeerde ongelijk; onrecht

verkeerde vorm van verkeren:

verkeren werkwoord (verkeer, verkeert, verkeerde, verkeerden, verkeerd)

  1. verkeren (ergens verkeren)
  2. verkeren (omgaan met)
    verkehren; umsatteln; umändern; variieren
    • verkehren werkwoord (verkehre, verkehrst, verkehrt, verkehrte, verkehrtet, verkehrt)
    • umsatteln werkwoord (sattele um, sattelst um, sattelt um, sattelte um, satteltet um, umgesattelt)
    • umändern werkwoord
    • variieren werkwoord (variiere, variierst, variiert, variierte, variiertet, variiert)

Conjugations for verkeren:

o.t.t.
  1. verkeer
  2. verkeert
  3. verkeert
  4. verkeren
  5. verkeren
  6. verkeren
o.v.t.
  1. verkeerde
  2. verkeerde
  3. verkeerde
  4. verkeerden
  5. verkeerden
  6. verkeerden
v.t.t.
  1. heb verkeerd
  2. hebt verkeerd
  3. heeft verkeerd
  4. hebben verkeerd
  5. hebben verkeerd
  6. hebben verkeerd
v.v.t.
  1. had verkeerd
  2. had verkeerd
  3. had verkeerd
  4. hadden verkeerd
  5. hadden verkeerd
  6. hadden verkeerd
o.t.t.t.
  1. zal verkeren
  2. zult verkeren
  3. zal verkeren
  4. zullen verkeren
  5. zullen verkeren
  6. zullen verkeren
o.v.t.t.
  1. zou verkeren
  2. zou verkeren
  3. zou verkeren
  4. zouden verkeren
  5. zouden verkeren
  6. zouden verkeren
diversen
  1. verkeer!
  2. verkeert!
  3. verkeerd
  4. verkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verkeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
irgendwo verkehren ergens verkeren; verkeren
umsatteln omgaan met; verkeren
umändern omgaan met; verkeren inwisselen; omruilen; omwisselen; ruilen; verruilen; verwisselen; wijzigen; wisselen
variieren omgaan met; verkeren afwisselen; herzien; uiteenlopen; variëren; veranderen; verschillen; verwisselen; wijzigen; wisselen
verkehren omgaan met; verkeren ergens zijn; iets omdraaien; kopie trekken; kopiëren; omgaan; omgang hebben met; omhoogkomen; omkeren; opstijgen; optrekken; opvliegen; zich ophouden

Verwante definities voor "verkeren":

  1. daarin zijn1
    • zij verkeert in levensgevaar1
  2. er regelmatig komen1
    • hij verkeert in bepaalde kringen1


Verwante vertalingen van verkeerde