Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. vloerkleed:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vloerkleed (Nederlands) in het Duits

vloerkleed:

vloerkleed [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vloerkleed (karpet; tapijt)
    der Teppich; der Fußbodenbelag; der Belag

Vertaal Matrix voor vloerkleed:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Belag karpet; tapijt; vloerkleed beleg; belegering; coating; laag; tapijt; tapijtje; vloerbedekking
Fußbodenbelag karpet; tapijt; vloerkleed tapijt; tapijtje; vloerbedekking
Teppich karpet; tapijt; vloerkleed kleed; tapijt; tapijten; tapijtje; vloerbedekking

Verwante woorden van "vloerkleed":

  • vloerkleden, vloerkleedje

Wiktionary: vloerkleed

vloerkleed
noun
  1. Fußbodenbelag aus Stoff

Cross Translation:
FromToVia
vloerkleed Teppichboden; Teppich carpet — A fabric used as a floor covering
vloerkleed auslegen carpet — to lay carpet
vloerkleed Teppich tapispièce d’étoffe, tissu de laine, de soie, etc., dont on couvrir une table, une estrade, le parquet d’une chambre, etc.