Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. volschransen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor volschransen (Nederlands) in het Duits

volschransen:

volschransen werkwoord (schrans vol, schranst vol, schranste vol, schransten vol, vol geschranst)

  1. volschransen (volvreten; volproppen; volstoppen; voleten)
    hineinstopfen; pfropfen; fressen; stopfen; futtern; vollstopfen; vollfressen
    • hineinstopfen werkwoord (stopfe hinein, stopfst hinein, stopft hinein, stopfte hinein, stopftet hinein, hineingestopft)
    • pfropfen werkwoord (pfropfe, pfropfst, pfropft, pfropfte, pfropftet, gepfropft)
    • fressen werkwoord (fresse, frißt, fraß, fraßt, gefressen)
    • stopfen werkwoord (stopfe, stopfst, stopft, stopfte, stopftet, gestopft)
    • futtern werkwoord (futtre, futterst, futtert, futterte, futtertet, gefuttert)
    • vollstopfen werkwoord (stopfe voll, stopfst voll, stopft voll, stopfte voll, stopftet voll, vollgestopft)
    • vollfressen werkwoord

Conjugations for volschransen:

o.t.t.
  1. schrans vol
  2. schranst vol
  3. schranst vol
  4. schransen vol
  5. schransen vol
  6. schransen vol
o.v.t.
  1. schranste vol
  2. schranste vol
  3. schranste vol
  4. schransten vol
  5. schransten vol
  6. schransten vol
v.t.t.
  1. heb vol geschranst
  2. hebt vol geschranst
  3. heeft vol geschranst
  4. hebben vol geschranst
  5. hebben vol geschranst
  6. hebben vol geschranst
v.v.t.
  1. had vol geschranst
  2. had vol geschranst
  3. had vol geschranst
  4. hadden vol geschranst
  5. hadden vol geschranst
  6. hadden vol geschranst
o.t.t.t.
  1. zal volschransen
  2. zult volschransen
  3. zal volschransen
  4. zullen volschransen
  5. zullen volschransen
  6. zullen volschransen
o.v.t.t.
  1. zou volschransen
  2. zou volschransen
  3. zou volschransen
  4. zouden volschransen
  5. zouden volschransen
  6. zouden volschransen
diversen
  1. schrans vol!
  2. schranst vol!
  3. vol geschranst
  4. volschransend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor volschransen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fressen voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten binnenkrijgen; brassen; dineren; onbeschoft eten; onfatsoenlijk eten; oppeuzelen; opslokken; opvreten; schransen; slempen; tafelen; uitgebreid eten; verorberen; verslinden; verzwelgen; vreten; zwelgen
futtern voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten binnenkrijgen; brassen; oppeuzelen; opslokken; opvreten; schransen; slempen; verslinden; verzwelgen; vreten; zwelgen
hineinstopfen voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten bikken; binnenkrijgen; binnenproppen; brassen; bunkeren; consumeren; eten; iemand instoppen; ineen duwen; inproppen; instoppen; naar binnen werken; nuttigen; opeten; opslokken; proppen; schransen; schrokken; slempen; tegoed doen; toedekken; tot zich nemen; verorberen; vreten; zitten proppen; zwelgen
pfropfen voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten brassen; ineen duwen; proppen; schransen; slempen; vreten; zwelgen
stopfen voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten bikken; binnenkrijgen; brassen; breeuwen; bunkeren; consumeren; dichten; eten; gaten dichten; gaten stoppen; ineen duwen; mazen; naar binnen werken; nuttigen; onbeschoft eten; opeten; opslokken; proppen; schransen; schrokken; slempen; stoppen; tegoed doen; tot constipatie leiden; tot zich nemen; verorberen; vreten; zitten proppen; zwelgen
vollfressen voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten
vollstopfen voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten brassen; goed vullen; ineen duwen; proppen; schransen; slempen; volzetten; vreten; zwelgen