Nederlands

Uitgebreide vertaling voor volstrektheid (Nederlands) in het Duits

volstrektheid:

volstrektheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de volstrektheid (zekerheid)
    die Absolutheit

Vertaal Matrix voor volstrektheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Absolutheit volstrektheid; zekerheid absoluutheid; totaliteit

Verwante woorden van "volstrektheid":


volstrektheid vorm van volstrekt:

volstrekt bijvoeglijk naamwoord

  1. volstrekt (faliekant; helemaal; hartstikke; vierkant; finaal)
    verkehrt; schief
  2. volstrekt (onvoorwaardelijk; absoluut; zeker; )
    unbedingt; absolut

Vertaal Matrix voor volstrekt:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- absoluut; beslist; volkomen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- ongetwijfeld
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absolut absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker absoluut; enenmale; grondig; helemaal; in het geheel; totaal; volkomen
schief faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt aflopend; dwars; flauw hellend; glooiend; hellend; niet echt; ongepast; onkies; onvertogen; scheef; schuin; schuin aflopend; steil; vals; verkeerd
unbedingt absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; per se; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
verkehrt faliekant; finaal; hartstikke; helemaal; vierkant; volstrekt averechts; binnenstebuiten; ernaast; fout; foutief; mis; omgekeerd; ongepast; onjuist; onkies; onvertogen; onwaar; ten onrechte; verkeerd

Verwante woorden van "volstrekt":


Synoniemen voor "volstrekt":


Antoniemen van "volstrekt":


Verwante definities voor "volstrekt":

  1. zonder beperkingen, helemaal1
    • dat is volstrekt duidelijk1