Nederlands

Uitgebreide vertaling voor waarborg (Nederlands) in het Duits

waarborg:

waarborg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de waarborg (borg; garantie; cautie; )
    die Bürgschaft; die Gewähr; die Bürge; die Garantie; Pfand; Unterpfand; die Sicherheit; der Garantieschein
  2. de waarborg (keur)
    die Gewähr; die Marke; Siegel; die Garantie; der Garantieschein

Vertaal Matrix voor waarborg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bürge borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom
Bürgschaft borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom borgtocht; onderpand; securiteit; waarborgsom
Garantie borg; cautie; garantie; keur; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom garantie; garantiebewijs; gewisheid; gratis service; stelligheid; vastheid; vastigheid; zekerheid
Garantieschein borg; cautie; garantie; keur; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom garantie; garantiebewijs; inktstempel; stempel; zegel
Gewähr borg; cautie; garantie; keur; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom
Marke keur; waarborg beeldmerk; bon; coupon; inktstempel; kwaliteitsmerk; logo; munt; muntstuk; penning; plaatje als herkenningsteken; spaarzegel; stempel; waarmerk; zegel
Pfand borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom bouwwerk; gebouw; gewisheid; onderpand; pand; securiteit; statiegeld; stelligheid; vastheid; vastigheid; waarborgsom; zekerheid
Sicherheit borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom bescherming; beschutting; beslistheid; beveiliging; feilloosheid; garantie; gedecideerdheid; gewisheid; hechtheid; onderpand; onomstotelijkheid; onverbrekelijkheid; onwankelbaarheid; onwrikbaarheid; pertinentie; protectie; securiteit; soliditeit; stelligheid; stevigheid; vastberadenheid; vastbeslotenheid; vastheid; vastigheid; veiligheid; waarborgsom; zekerheid
Siegel keur; waarborg inktstempel; keurmerk; keurstempel; kwaliteitsmerk; stempel; waarmerk; zegel; zegelafdruk; zegels
Unterpfand borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom bouwwerk; gebouw; onderpand; pand; securiteit; waarborgsom
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Sicherheit Veiligheid

Verwante woorden van "waarborg":


Wiktionary: waarborg

waarborg
noun
  1. een geldbedrag of iets anders dat tijdelijk gegeven wordt als onderpand voor het geval men een verplichting niet na kan komen
waarborg
noun
  1. allgemein: Bewahrung, Sicherstellung

Cross Translation:
FromToVia
waarborg Kaution caution — security; guaranty; bail
waarborg Garantie; Pfand garantieengagement par lequel on garantir. Il se dit surtout en matière de procédure et de négociations.

waarborg vorm van waarborgen:

waarborgen werkwoord (waarborg, waarborgt, waarborgde, waarborgden, gewaarborgd)

  1. waarborgen (garanderen; verzekeren; instaan voor; vast beloven)
    sicherstellen; garantieren; gewährleisten
    • sicherstellen werkwoord
    • garantieren werkwoord (garantiere, garantierst, garantiert, garantierte, garantiertet, garantiert)
    • gewährleisten werkwoord (gewährleiste, gewährleistest, gewährleistet, gewährleistete, gewährleistetet, gewährleistet)

Conjugations for waarborgen:

o.t.t.
  1. waarborg
  2. waarborgt
  3. waarborgt
  4. waarborgen
  5. waarborgen
  6. waarborgen
o.v.t.
  1. waarborgde
  2. waarborgde
  3. waarborgde
  4. waarborgden
  5. waarborgden
  6. waarborgden
v.t.t.
  1. heb gewaarborgd
  2. hebt gewaarborgd
  3. heeft gewaarborgd
  4. hebben gewaarborgd
  5. hebben gewaarborgd
  6. hebben gewaarborgd
v.v.t.
  1. had gewaarborgd
  2. had gewaarborgd
  3. had gewaarborgd
  4. hadden gewaarborgd
  5. hadden gewaarborgd
  6. hadden gewaarborgd
o.t.t.t.
  1. zal waarborgen
  2. zult waarborgen
  3. zal waarborgen
  4. zullen waarborgen
  5. zullen waarborgen
  6. zullen waarborgen
o.v.t.t.
  1. zou waarborgen
  2. zou waarborgen
  3. zou waarborgen
  4. zouden waarborgen
  5. zouden waarborgen
  6. zouden waarborgen
diversen
  1. waarborg!
  2. waarborgt!
  3. gewaarborgd
  4. waarborgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor waarborgen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
garantieren garanderen; instaan voor; vast beloven; verzekeren; waarborgen borg staan; borg zijn; garant staan; instaan; instaan voor; vergewissen
gewährleisten garanderen; instaan voor; vast beloven; verzekeren; waarborgen borg staan; borg zijn; garant staan; instaan; instaan voor
sicherstellen garanderen; instaan voor; vast beloven; verzekeren; waarborgen beveiligen; borg staan; borg zijn; garant staan; instaan; instaan voor; van alarm voorzien; vrijwaren

Verwante woorden van "waarborgen":


Wiktionary: waarborgen

waarborgen
verb
  1. garantieren, versichern, dass etwas sichergestellt ist
  2. etwas zusichern
  1. (transitiv) gewährleisten, garantieren, zusichern, absichern

Cross Translation:
FromToVia
waarborgen begünstigen; beschirmen; protektieren; schützen; beschützen; geloben; verheißen; versprechen; zusagen; ausführen; bestellen; erfüllen; leisten; bürgen; Gewähr leisten; haften; verbürgen; behaupten; bestätigen; vergewissern; versichern; beteuern; zusichern; sicherstellen assurerrendre stable.
waarborgen bürgen; Gewähr leisten; haften; verbürgen cautionner — Se rendre caution pour quelqu’un.