Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. wagenbestuurder:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wagenbestuurder (Nederlands) in het Duits

wagenbestuurder:

wagenbestuurder [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. wagenbestuurder (chauffeur; rijder)
    der Fahrer; der Führer; der Frachtführer; der Chauffeur; der Wagenführer; der Lenker; der Fuhrmann; der Reiter

Vertaal Matrix voor wagenbestuurder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Chauffeur chauffeur; rijder; wagenbestuurder bestuurder; chauffeur; politicus
Fahrer chauffeur; rijder; wagenbestuurder bestuurder; chauffeur; drijver; koetsier; politicus; voerman; wagenmenner
Frachtführer chauffeur; rijder; wagenbestuurder
Fuhrmann chauffeur; rijder; wagenbestuurder drijver; koetsier; voerman; vrachtrijder; vrachtwagenchauffeur; wagenmenner
Führer chauffeur; rijder; wagenbestuurder aanvoerder; baas; begeleider; beheerser; beknopte handleiding; bestuurder; bevelhebber; commandant; elektriciteitsgeleider; gebieder; geleider; gids; hoofd; hoofdman; kapitein; kopstuk; leider; leidraad; leidsman; loods; manager; meester; reisbegeleider; reisgids; reisleider; reisleidster; rondleider; scheepskapitein; schipper; voorzitter
Lenker chauffeur; rijder; wagenbestuurder bestuurder; politicus
Reiter chauffeur; rijder; wagenbestuurder paardrijder; rijder; ruiter; ruitertje
Wagenführer chauffeur; rijder; wagenbestuurder

Verwante woorden van "wagenbestuurder":

  • wagenbestuurders