Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. zich opstapelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zich opstapelen (Nederlands) in het Duits

zich opstapelen:

zich opstapelen werkwoord

  1. zich opstapelen (zich ophopen; accumuleren)
    sich erhöhen; stapeln
    • sich erhöhen werkwoord
    • stapeln werkwoord (stapele, stapelst, stapelt, stapelte, stapeltet, gestapelt)

Vertaal Matrix voor zich opstapelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sich erhöhen accumuleren; zich ophopen; zich opstapelen
stapeln accumuleren; zich ophopen; zich opstapelen accumuleren; hopen; op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; opstapelen; stapelen

Wiktionary: zich opstapelen


Cross Translation:
FromToVia
zich opstapelen sich vermehren accumulate — to grow in number

Verwante vertalingen van zich opstapelen