Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gelijkvormigheid:
  2. gelijkvormig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gelijkvormigheid (Nederlands) in het Engels

gelijkvormigheid:

gelijkvormigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gelijkvormigheid (eenheid; uniformiteit; eenvormigheid)
    the unity; the unit; the uniformity; the monotony
    • unity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • unit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • uniformity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • monotony [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gelijkvormigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
monotony eenheid; eenvormigheid; gelijkvormigheid; uniformiteit eentonigheid; eenvormigheid; grauwheid; grauwte; grijsheid; kleurloosheid; monotonie; saaiheid; somberheid; uniformiteit
uniformity eenheid; eenvormigheid; gelijkvormigheid; uniformiteit eentonigheid; eenvormigheid; eenzelvigheid; egaliteit; monotonie; saaiheid; uniformiteit
unit eenheid; eenvormigheid; gelijkvormigheid; uniformiteit eenheid
unity eenheid; eenvormigheid; gelijkvormigheid; uniformiteit eendrachtigheid; eensgezindheid; saamhorigheid

Verwante woorden van "gelijkvormigheid":


Wiktionary: gelijkvormigheid


Cross Translation:
FromToVia
gelijkvormigheid homothety; homothecy homothétie — (mathématiques) transformation géométrique qui, étant donné un centre O, associer à un point M le point M' tel que \vec{OM'}=k\vec{OM}.

gelijkvormig:

gelijkvormig bijvoeglijk naamwoord

  1. gelijkvormig
    uniform

Vertaal Matrix voor gelijkvormig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uniform tenue; uniform
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uniform gelijkvormig eenvormig; effen; egaal; gelijk; gelijkslachtig; geslepen; glad; homogeen; plat; strak; uniform; vlak; vlakuit

Verwante woorden van "gelijkvormig":


Wiktionary: gelijkvormig


Cross Translation:
FromToVia
gelijkvormig similar; alike; like; allied; such a pareil — Qui présenter une forte ressemblance ou similitude ; qui est égal ou semblable, en parlant de deux personnes ou de deux choses.
gelijkvormig alike; like; similar; allied semblable — Qui est pareil, ressemblant, qui est de même nature, de même qualité, qui a des caractères communs, similaire.