Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. indringer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor indringers (Nederlands) in het Engels

indringer:

indringer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de indringer (binnendringer; insluiper)
    the intruder; the trespasser; the sneak thief

Vertaal Matrix voor indringer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intruder binnendringer; indringer; insluiper binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker; indringster; infiltrant; infiltrante; spion
sneak thief binnendringer; indringer; insluiper
trespasser binnendringer; indringer; insluiper

Verwante woorden van "indringer":

  • indringers

Wiktionary: indringer

indringer
noun
  1. one who invades; an assailant; an encroacher; an intruder
  2. someone who intrudes
  3. one who interferes


Wiktionary: indringers

indringers
noun
  1. one who invades; an assailant; an encroacher; an intruder