Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Engels:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Engelsen (Nederlands) in het Engels

Engels:

Engels [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het Engels
    the English
    • English [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Engels:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
English Engels
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
English Brits; engels

Verwante woorden van "Engels":

  • Engelsen

Wiktionary: Engels

Engels
noun
  1. de taal
adjective
  1. als van, in of betrekking hebbend op Engelsen, Engeland of het Engels
Engels
proper noun
  1. the English language
adjective
  1. of or pertaining to England
  2. of or pertaining to the English language

Cross Translation:
FromToVia
Engels English Englisch — aus England stammende westgermanische Sprache mit nordischen Einflüssen, deren Wortschatz zum großen Teil aus dem Altfranzösischen und Lateinischen entlehnen wurde
Engels English anglais — Langue
Engels English; Sassenach anglais — Traductions à trier


Wiktionary: Engelsen

Engelsen
proper noun
  1. person from England