Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. activeren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor activeren (Nederlands) in het Engels

activeren:

activeren werkwoord (activeer, activeert, activeerde, activeerden, geactiveerd)

  1. activeren
    to activate
    • activate werkwoord (activates, activated, activating)
  2. activeren
    trigger
    – To activate a function or program, such as the release of a virus payload, in response to a specific event, date, or time. 1
  3. activeren
    to activate
    – To make a chart sheet or worksheet the active, or selected, sheet. The sheet that you activate determines which menu bar and toolbars are displayed. 1
    • activate werkwoord (activates, activated, activating)
  4. activeren
    to activate
    – To verify that your software product is a legal copy and is installed in compliance with the Microsoft Software License Terms. 1
    • activate werkwoord (activates, activated, activating)
  5. activeren
    to activate
    – To make a record, file, or other data available in the system. 1
    • activate werkwoord (activates, activated, activating)
  6. activeren
    to activate
    – To enable a pre-existing but inactive network object, such as a user account or a network-joined computer to access the resources that are provided by the server. 1
    • activate werkwoord (activates, activated, activating)
  7. activeren (stimuleren; aanmoedigen; opwekken; oppeppen; bezielen)
    to encourage; to arouse; to activate; to stimulate; to excite; to support; to awake
    • encourage werkwoord (encourages, encouraged, encouraging)
    • arouse werkwoord (arouses, aroused, arousing)
    • activate werkwoord (activates, activated, activating)
    • stimulate werkwoord (stimulates, stimulated, stimulating)
    • excite werkwoord (excites, excited, exciting)
    • support werkwoord (supports, supported, supporting)
    • awake werkwoord (awakes, awoke, awaking)
  8. activeren (verlevendigen; opwekken; tot leven wekken; reanimeren; opleven)
    to revive; to generate; to activate; reactivate; to rouse; to awake; to excite; to freshen; to recover; to refresh
    • revive werkwoord (revives, revived, reviving)
    • generate werkwoord (generates, generated, generating)
    • activate werkwoord (activates, activated, activating)
    • reactivate werkwoord
    • rouse werkwoord (rouses, roused, rousing)
    • awake werkwoord (awakes, awoke, awaking)
    • excite werkwoord (excites, excited, exciting)
    • freshen werkwoord (freshens, freshened, freshening)
    • recover werkwoord (recovers, recovered, recovering)
    • refresh werkwoord (refreshs, refreshed, refreshing)

Conjugations for activeren:

o.t.t.
  1. activeer
  2. activeert
  3. activeert
  4. activeren
  5. activeren
  6. activeren
o.v.t.
  1. activeerde
  2. activeerde
  3. activeerde
  4. activeerden
  5. activeerden
  6. activeerden
v.t.t.
  1. heb geactiveerd
  2. hebt geactiveerd
  3. heeft geactiveerd
  4. hebben geactiveerd
  5. hebben geactiveerd
  6. hebben geactiveerd
v.v.t.
  1. had geactiveerd
  2. had geactiveerd
  3. had geactiveerd
  4. hadden geactiveerd
  5. hadden geactiveerd
  6. hadden geactiveerd
o.t.t.t.
  1. zal activeren
  2. zult activeren
  3. zal activeren
  4. zullen activeren
  5. zullen activeren
  6. zullen activeren
o.v.t.t.
  1. zou activeren
  2. zou activeren
  3. zou activeren
  4. zouden activeren
  5. zouden activeren
  6. zouden activeren
diversen
  1. activeer!
  2. activeert!
  3. geactiveerd
  4. activerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor activeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
support aanhangen; aanmoedigen; aanmoediging; aansporen; aansporing; aanvuren; assistentie; bijstand; dienst; dienstbetoon; driepoot; gunst; houvast; hulpbetoon; kost; medewerking; onderbouwing; onderhoud; onderhoudsgeld; onderstel; ondersteuning; opwekking; poot; rugsteun; schoorbalk; schraagpijler; schuinse steunbalk; sokkel; staander; steun; steunbalk; stimulans; stimuleren; stut; stutbalk; support; toejuichen; voedsel; voet; voetstuk; zuilvoet
trigger haan; trekker van vuurwapen; trigger
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activate aanmoedigen; activeren; bezielen; opleven; oppeppen; opwekken; reanimeren; stimuleren; tot leven wekken; verlevendigen aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren
arouse aanmoedigen; activeren; bezielen; oppeppen; opwekken; stimuleren aanzetten tot; instigeren; ontwaken; opwekken; opwinden; prikkelen; provoceren; stimuleren; wakker worden
awake aanmoedigen; activeren; bezielen; opleven; oppeppen; opwekken; reanimeren; stimuleren; tot leven wekken; verlevendigen
encourage aanmoedigen; activeren; bezielen; oppeppen; opwekken; stimuleren aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanzetten; animeren; bemoedigen; bezielen; iemand motiveren; motiveren; opjutten; porren; prikkelen; stimuleren; toejuichen; toemoedigen
excite aanmoedigen; activeren; bezielen; opleven; oppeppen; opwekken; reanimeren; stimuleren; tot leven wekken; verlevendigen aansporen; aanzetten; opvrijen; opwekken; opwinden; prikkelen; stimuleren
freshen activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen; verversen; zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen
generate activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen tot stand brengen; voor elkaar krijgen
reactivate activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen
recover activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen bekomen; beteren; genezen; gezond worden; helen; herstellen; herwinnen; terugwinnen; zich hervinden
refresh activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen hernieuwen; opfrissen; opnieuw doen; overdoen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen; vernieuwen; verversen; zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen
revive activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen bekomen; herleven; opfrissen; opleven; verfrissen; verkwikken; verlevendigen; weer krachtig worden; zich hervinden
rouse activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen aanpoten; haast maken; haasten; ijlen; jagen; overhaasten; spoeden; voortmaken; zich spoeden
stimulate aanmoedigen; activeren; bezielen; oppeppen; opwekken; stimuleren aanmoedigen; aansporen; aanzetten; aanzetten tot; animeren; iemand motiveren; instigeren; motiveren; opwekken; opwinden; opzwepen; prikkelen; provoceren; sterk prikkelen; stimuleren
support aanmoedigen; activeren; bezielen; oppeppen; opwekken; stimuleren behouden; bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; bijspringen; bijvallen; dragen; financieel steunen; financieren; goedkeuren; homologeren; in stand houden; instemmen; meehelpen; met palen stutten; onderhouden; ondersteunen; rugsteunen; schoren; schragen; steunen; stutten; van mening zijn; voorstaan
trigger activeren

Wiktionary: activeren

activeren
verb
  1. werkzaam maken
activeren
verb
  1. to put into action
  2. to initiate something

Cross Translation:
FromToVia
activeren speed up; kindle; rekindle activer — Activer