Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. beoefenaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beoefenaar (Nederlands) in het Engels

beoefenaar:

beoefenaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de beoefenaar (beoefenaarster)
    the practitioner

Vertaal Matrix voor beoefenaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
practitioner beoefenaar; beoefenaarster

Verwante woorden van "beoefenaar":

  • beoefenaren

Wiktionary: beoefenaar

beoefenaar
noun
  1. iemand die iets beoefent
beoefenaar
noun
  1. person who practices a profession or art