Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. binnen:
  2. binnen-:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor binnen (Nederlands) in het Engels

binnen:

binnen bijvoeglijk naamwoord

  1. binnen (binnen een tijdsspanne)
    in the course of; during; at which time
  2. binnen (binnenshuis; binnenskamers)
    inside; indoors
    – within a building 1
    • inside bijvoeglijk naamwoord
      • in winter we play inside1
    • indoors bijwoord
  3. binnen (hierbinnen)
    in this; in here
  4. binnen
    inside; within
    – on the inside 1
    • inside bijwoord
      • inside, the car is a mess1
    • within bijwoord

binnen bijvoeglijk naamwoord

  1. binnen (binnen-)
    indoor
    – located, suited for, or taking place within a building 1
    • indoor bijvoeglijk naamwoord
      • indoor activities for a rainy day1
      • an indoor pool1

Vertaal Matrix voor binnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inside binnenkant; binnenzijde
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
indoor binnen; binnen-
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in this binnen; hierbinnen hierin; in dit
indoors binnen; binnenshuis; binnenskamers
inside binnen aan de binnenkant; binnenin
within binnen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
during staande
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
at which time binnen; binnen een tijdsspanne gedurende; in het verloop van
during binnen; binnen een tijdsspanne gedurende; gedurende geruime tijd; in het verloop van; ondertussen; terwijl; tijdens
in here binnen; hierbinnen hierin; in dit
in the course of binnen; binnen een tijdsspanne gedurende; in het verloop van
inside binnen; binnenshuis; binnenskamers binnenste; innerlijk; naar binnen

Verwante woorden van "binnen":


Antoniemen van "binnen":


Verwante definities voor "binnen":

  1. in een ruimte2
    • het is slecht weer, we blijven binnen2

Wiktionary: binnen

binnen
preposition
  1. in een bepaald bestek of ruimte
binnen
adjective
  1. surrounded by land
  2. within
adverb
  1. moving to the interior
  2. indoors; at home or the office and available for conversation
en-prep
  1. after a period of time

Cross Translation:
FromToVia
binnen inside; interiorly; internally; inwardly dedans — À l’intérieur. Dans la place dont on vient de parler
binnen about; concerning; for; of; over; regarding; after; by; on; upon; a; an; at; in; inside; into; per; aboard; toward; towards; to enTraductions à trier suivant le sens

binnen-:

binnen- bijvoeglijk naamwoord

  1. binnen- (binnen)
    indoor
    – located, suited for, or taking place within a building 1
    • indoor bijvoeglijk naamwoord
      • indoor activities for a rainy day1
      • an indoor pool1

Vertaal Matrix voor binnen-:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
indoor binnen; binnen-

Verwante vertalingen van binnen