Nederlands

Uitgebreide vertaling voor braaf (Nederlands) in het Engels

braaf:

braaf bijvoeglijk naamwoord

  1. braaf (zoet; lief; voorbeeldig; deugdzaam)
    well-behaved; honest; good
  2. braaf (rechtschapen; rechtvaardig; eerlijk; rechtgeaard)
    honest; righteous; sincere; true-hearted; honourable; right-minded; upright; just; honorable

Vertaal Matrix voor braaf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
good artikel; ding; goed; item; object; product; voorwerp; zaak
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
honest braaf; deugdzaam; eerlijk; lief; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; voorbeeldig; zoet deugdzaam; eerlijk; eerzaam; fideel; onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtdoorzee; rechtschapen; rondborstig; ronduit; trouwhartig; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijuit; zedig
honorable braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig achtbaar; achtenswaardig; edelachtbaar; eerbaar; eerbiedwaardig; eervol; eerzaam; honorabel; keurig; kies; loffelijk; lofwaardig; lovenswaardig; prijzenswaardig; respectabel
honourable braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig achtbaar; achtenswaardig; edelachtbaar; eerbaar; eerbiedwaardig; eervol; eerzaam; honorabel; keurig; kies; loffelijk; lofwaardig; lovenswaardig; prijzenswaardig; respectabel
right-minded braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig
righteous braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig
sincere braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig eerlijk; ernstig; gemeend; hartgrondig; heel erg; onbewimpeld; ongeveinsd; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; rechtschapen; ronduit; serieus; vol ernst; vrij; vrijelijk; vrijuit; werkelijk menend
upright braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig eerlijk; integer; onbesproken; ongeveinsd; onkreukbaar; open; oprecht; overeind; rechtop; rechtopstaand; rechtschapen
well-behaved braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet
- gehoorzaam; lief; zoet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
good braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet aangenaam; akkoord; behaaglijk; bekwaam; capabel; competent; deskundig; fijn; geschikt; in orde; leuk; mee eens; oordeelkundig; plezant; plezierig; prettig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
just braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig alleen maar; daarnet; eenvoudigweg; enkel; juist; kortweg; krek; net; net aan; nog maar; nog maar pas; pas; precies; rakelings; slechts; ternauwernood; zojuist; zonet
true-hearted braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig

Verwante woorden van "braaf":


Synoniemen voor "braaf":


Antoniemen van "braaf":


Verwante definities voor "braaf":

  1. wie zich goed gedraagt, wie doet wat ik zeg1
    • onze hond is altijd braaf1

Wiktionary: braaf

braaf
adjective
  1. inoffensive

Cross Translation:
FromToVia
braaf brave; valiant; gallant; valorous; good; honest; worthy; staunch; stallwart bravecourageux ; vaillant
braaf brave; courageous; valiant; bold; daring; unflinching; gallant; valorous; good; honest; worthy; staunch; stallwart vaillant — Qui a de la vaillance, qui est courageux.

Verwante vertalingen van braaf