Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. exponent:
  2. Wiktionary:
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. exponent:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor exponent (Nederlands) in het Engels

exponent:

exponent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de exponent
    the exponent
    • exponent [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor exponent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exponent exponent vertolker

Verwante woorden van "exponent":

  • exponenten

Wiktionary: exponent


Cross Translation:
FromToVia
exponent exponent exposant — (mathématiques) nombre qui exprimer le degré d’une puissance.
exponent representative; agent; envoy; broker; delegate représentant — Celui, celle qui en représenter un autre, qui tenir sa place, qui recevoir de lui des pouvoirs pour agir en son nom.



Engels

Uitgebreide vertaling voor exponent (Engels) in het Nederlands

exponent:

exponent [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the exponent
    de exponent
    • exponent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the exponent (interpreter; expounder)
    de vertolker

Vertaal Matrix voor exponent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exponent exponent
vertolker exponent; expounder; interpreter
- advocate; advocator; index; power; proponent

Verwante woorden van "exponent":

  • exponents

Synoniemen voor "exponent":


Verwante definities voor "exponent":

  1. a mathematical notation indicating the number of times a quantity is multiplied by itself1
  2. someone who expounds and interprets or explains1
  3. a person who pleads for a cause or propounds an idea1

Wiktionary: exponent


Cross Translation:
FromToVia
exponent exponent exposant — (mathématiques) nombre qui exprimer le degré d’une puissance.