Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. fauna:
  2. Wiktionary:
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fauna:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fauna (Nederlands) in het Engels

fauna:

fauna [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de fauna (dierenrijk; gedierte)
    the fauna; the animal kingdom; the creature
  2. de fauna

Vertaal Matrix voor fauna:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
animal kingdom dierenrijk; fauna; gedierte
creature dierenrijk; fauna; gedierte creatuur; schepsel
fauna dierenrijk; fauna; gedierte
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
animal life fauna

Wiktionary: fauna

fauna
noun
  1. het geheel aan dieren in een gebied
fauna
noun
  1. animals considered as a group



Engels

Uitgebreide vertaling voor fauna (Engels) in het Nederlands

fauna:

fauna [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fauna (animal kingdom; creature)
    de fauna; het gedierte; het dierenrijk
    • fauna [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gedierte [het ~] zelfstandig naamwoord
    • dierenrijk [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fauna:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dierenrijk animal kingdom; creature; fauna
fauna animal kingdom; creature; fauna animal life
gedierte animal kingdom; creature; fauna animals; beasts; creatures; insects
- animal; animate being; beast; brute; creature; zoology

Verwante woorden van "fauna":

  • faunas, faunae

Synoniemen voor "fauna":


Antoniemen van "fauna":


Verwante definities voor "fauna":

  1. a living organism characterized by voluntary movement1
  2. all the animal life in a particular region or period1
    • the fauna of China1

Wiktionary: fauna

fauna
noun
  1. animals considered as a group
fauna
noun
  1. het geheel aan dieren in een gebied