Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gezondheid:
  2. gezond:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor gezondheid:
    • sanity


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gezondheid (Nederlands) in het Engels

gezondheid:

gezondheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gezondheid (welzijn)
    the healthiness; the health; the good health

Vertaal Matrix voor gezondheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
good health gezondheid; welzijn
health gezondheid; welzijn status
healthiness gezondheid; welzijn
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
health gezondheids

Verwante woorden van "gezondheid":


Antoniemen van "gezondheid":


Verwante definities voor "gezondheid":

  1. toestand waarin je niets mankeert1
    • mijn gezondheid is goed: ik ben nooit ziek1

Wiktionary: gezondheid

gezondheid
noun
  1. welbevinden, in goede staat zijn
gezondheid
noun
  1. state of being free of physical or psychological disease, illness, or malfunction
interjection
  1. toast when drinking
  2. said to somebody who has sneezed

Cross Translation:
FromToVia
gezondheid cheers; here's to you; here's to your health; your health; to your health zum Wohl — ein meist nur ausgesprochener Wunsch des Wohlergehens aller, die in einer geselligen Trinkrunde das Glas erheben und anstoßen, das heißt, die Gläser klingen zu lassen
gezondheid health santé — Bon état de l’organisme (1)
gezondheid God bless you; bless you; gesundheit à tes souhaitsformule de politesse que l’on dit à une personne qui vient d’éternuer, et que l’on tutoie.
gezondheid cheers; chin chin à votre santéformule traditionnelle échangée entre convives pour trinquer.

gezondheid vorm van gezond:

gezond bijvoeglijk naamwoord

  1. gezond (fit; blakend; getraind)
    healthy; in good health; fit; thriving; well
  2. gezond (blakend van gezondheid; fit; zonder ziekte)
    rosy cheeked; fighting fit; in good health; well; healthy; rosy cheeked & bushy tailed
  3. gezond (blakend; zonder ziekte)
    prosperous; healthy; flourishing; thriving; well; in good health
  4. gezond (gezondheidsbevorderend)
    healthy; beneficial to one's health

Vertaal Matrix voor gezond:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fit convulsie; driftbui; fit; kramp; pasvorm; samentrekking; stuip; stuiptrekking; woedeaanval
well bron; put; waterput; wel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fit aanbrengen; aankunnen; aanleggen; aanpassen; aanproberen; bijpassen; installeren; kloppen met; monteren en aansluiten; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; passen; plaatsen; proberen; stroken; stroken met
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fit blakend; fit; getraind; gezond adequaat; arbeidsgeschikt; bekwaam; capabel; competent; gepast; geschikt; in staat te werken; juist; passend; valide
flourishing blakend; gezond; zonder ziekte bloeiend; fleurig; florerend; florissant; opbloeiend; toenemend in bloei; welgesteld; welvarend
healthy blakend; blakend van gezondheid; fit; getraind; gezond; gezondheidsbevorderend; zonder ziekte fleurig; florerend; florissant; gezondheids; welgesteld; welvarend
prosperous blakend; gezond; zonder ziekte bloeiend; florerend; florissant; gelukkig; geslaagd; in goeden doen; succesvol; voorspoedig; voorspoedig verlopend; welgesteld; welvarend
thriving blakend; fit; getraind; gezond; zonder ziekte florerend; welgesteld; welvarend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beneficial to one's health gezond; gezondheidsbevorderend
fighting fit blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
in good health blakend; blakend van gezondheid; fit; getraind; gezond; zonder ziekte florerend; welgesteld; welvarend
rosy cheeked blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
rosy cheeked & bushy tailed blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
well blakend; blakend van gezondheid; fit; getraind; gezond; zonder ziekte florerend; jawel; tja; wel; welgesteld; welnu; welvarend

Verwante woorden van "gezond":

  • gezondheid, gezonder, gezondere, gezondst, gezondste

Antoniemen van "gezond":


Verwante definities voor "gezond":

  1. goed voor je lichaam1
    • zwemmen is gezond1
  2. wie lichamelijk goed in orde is1
    • een gezond mens hoeft nooit naar de dokter1

Wiktionary: gezond

gezond
adjective
  1. vrij van ziektes en zeertes
  2. bevorderlijk voor een goede conditie
gezond
adjective
  1. -
  2. significant, hefty
  3. conducive to health
  4. enjoying health and vigor of body, mind, or spirit: well
  5. beneficial to health
  6. in good health
noun
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
gezond healthy; well; wholesome sain — Qui est de bonne constitution, qui n’a pas de tares en son organisme. Qui n’est pas altéré, qui est en bon état.

Verwante vertalingen van gezondheid