Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hartzeer (Nederlands) in het Engels

hartzeer:

hartzeer [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hartzeer (zielensmart; zielsverdriet)
    the heartache; the heart-break; the broken heart; the heart-feld grief

Vertaal Matrix voor hartzeer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
broken heart hartzeer; zielensmart; zielsverdriet
heart-break hartzeer; zielensmart; zielsverdriet
heart-feld grief hartzeer; zielensmart; zielsverdriet
heartache hartzeer; zielensmart; zielsverdriet hartenleed; liefdesverdriet; minnepijn

Wiktionary: hartzeer

hartzeer
noun
  1. anguish
  2. very sincere and difficult emotional problems or stress

Cross Translation:
FromToVia
hartzeer affliction; distress; sorrow; trial; woe; sadness; adversity; grief; ordeal; pain affliction — État d’abattement produit par un évènement malheureux.
hartzeer affliction; distress; sorrow; trial; woe; heartbreak crève-cœur — (familier, fr) Grand déplaisir, grande douleur mêlée de dépit.
hartzeer desolation; affliction; distress; sorrow; woe; sadness; pain désolationextrême affliction.