Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. illumineren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor illumineren (Nederlands) in het Engels

illumineren:

illumineren werkwoord (illumineer, illumineert, illumineerde, illumineerden, geïllumineerd)

  1. illumineren
    to illuminate
    • illuminate werkwoord (illuminates, illuminated, illuminating)

Conjugations for illumineren:

o.t.t.
  1. illumineer
  2. illumineert
  3. illumineert
  4. illumineren
  5. illumineren
  6. illumineren
o.v.t.
  1. illumineerde
  2. illumineerde
  3. illumineerde
  4. illumineerden
  5. illumineerden
  6. illumineerden
v.t.t.
  1. heb geïllumineerd
  2. hebt geïllumineerd
  3. heeft geïllumineerd
  4. hebben geïllumineerd
  5. hebben geïllumineerd
  6. hebben geïllumineerd
v.v.t.
  1. had geïllumineerd
  2. had geïllumineerd
  3. had geïllumineerd
  4. hadden geïllumineerd
  5. hadden geïllumineerd
  6. hadden geïllumineerd
o.t.t.t.
  1. zal illumineren
  2. zult illumineren
  3. zal illumineren
  4. zullen illumineren
  5. zullen illumineren
  6. zullen illumineren
o.v.t.t.
  1. zou illumineren
  2. zou illumineren
  3. zou illumineren
  4. zouden illumineren
  5. zouden illumineren
  6. zouden illumineren
en verder
  1. is geïllumineerd
  2. zijn geïllumineerd
diversen
  1. illumineer!
  2. illumineert!
  3. geïllumineerd
  4. illuminerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor illumineren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
illuminate illumineren

Wiktionary: illumineren

illumineren
verb
  1. verlichten
illumineren
verb
  1. to decorate something with lights

Cross Translation:
FromToVia
illumineren enlighten; illuminate; illumine; light up illumineréclairer d’une vif lumière.