Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. inhaken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inhaken (Nederlands) in het Engels

inhaken:

inhaken werkwoord (haak in, haakt in, haakte in, haakten in, ingehaakt)

  1. inhaken
    to hitch in; hook into

Conjugations for inhaken:

o.t.t.
  1. haak in
  2. haakt in
  3. haakt in
  4. haken in
  5. haken in
  6. haken in
o.v.t.
  1. haakte in
  2. haakte in
  3. haakte in
  4. haakten in
  5. haakten in
  6. haakten in
v.t.t.
  1. heb ingehaakt
  2. hebt ingehaakt
  3. heeft ingehaakt
  4. hebben ingehaakt
  5. hebben ingehaakt
  6. hebben ingehaakt
v.v.t.
  1. had ingehaakt
  2. had ingehaakt
  3. had ingehaakt
  4. hadden ingehaakt
  5. hadden ingehaakt
  6. hadden ingehaakt
o.t.t.t.
  1. zal inhaken
  2. zult inhaken
  3. zal inhaken
  4. zullen inhaken
  5. zullen inhaken
  6. zullen inhaken
o.v.t.t.
  1. zou inhaken
  2. zou inhaken
  3. zou inhaken
  4. zouden inhaken
  5. zouden inhaken
  6. zouden inhaken
diversen
  1. haak in!
  2. haakt in!
  3. ingehaakt
  4. inhakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inhaken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hitch in inhaken
hook into inhaken

Wiktionary: inhaken


Cross Translation:
FromToVia
inhaken plug in; connect; switch on; turn on brancher — Se percher sur les branches d’un arbre.