Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. inmaken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inmaken (Nederlands) in het Engels

inmaken:

inmaken werkwoord (maak in, maakt in, maakte in, maakten in, ingemaakt)

  1. inmaken (in blik conserveren; inblikken)
    to preserve; to can; to keep; to tin
    • preserve werkwoord (preserves, preserved, preserving)
    • can werkwoord (cans, canned, canning)
    • keep werkwoord (keeps, kept, keeping)
    • tin werkwoord (tins, tinned, tinning)
  2. inmaken (wecken)
    to can; to bottle; to tin
    • can werkwoord (cans, canned, canning)
    • bottle werkwoord (bottles, bottled, botteling)
    • tin werkwoord (tins, tinned, tinning)
  3. inmaken (inpekelen; opzouten; inzouten)
    to souse; to salt; to pickle
    • souse werkwoord (souses, soused, sousing)
    • salt werkwoord (salts, salted, salting)
    • pickle werkwoord (pickles, pickled, pickling)
  4. inmaken
    to pickle
    • pickle werkwoord (pickles, pickled, pickling)
  5. inmaken (ruim overklassen)

Conjugations for inmaken:

o.t.t.
  1. maak in
  2. maakt in
  3. maakt in
  4. maken in
  5. maken in
  6. maken in
o.v.t.
  1. maakte in
  2. maakte in
  3. maakte in
  4. maakten in
  5. maakten in
  6. maakten in
v.t.t.
  1. heb ingemaakt
  2. hebt ingemaakt
  3. heeft ingemaakt
  4. hebben ingemaakt
  5. hebben ingemaakt
  6. hebben ingemaakt
v.v.t.
  1. had ingemaakt
  2. had ingemaakt
  3. had ingemaakt
  4. hadden ingemaakt
  5. hadden ingemaakt
  6. hadden ingemaakt
o.t.t.t.
  1. zal inmaken
  2. zult inmaken
  3. zal inmaken
  4. zullen inmaken
  5. zullen inmaken
  6. zullen inmaken
o.v.t.t.
  1. zou inmaken
  2. zou inmaken
  3. zou inmaken
  4. zouden inmaken
  5. zouden inmaken
  6. zouden inmaken
en verder
  1. ben ingemaakt
  2. bent ingemaakt
  3. is ingemaakt
  4. zijn ingemaakt
  5. zijn ingemaakt
  6. zijn ingemaakt
diversen
  1. maak in!
  2. maakt in!
  3. ingemaakt
  4. inmakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inmaken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bottle fiool; flacon; flesje
can blik; blikje; bus; conservenblik; opbergblik; trommel
pickle augurk; zure bom
preserve geconserveerd voedsel; inmaak; jam
salt zeebonk; zout
tin blik; blikje; bus; conservenblik; metaal; opbergblik; tin; trommel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bottle inmaken; wecken bottelen
can in blik conserveren; inblikken; inmaken; wecken
do in inmaken; ruim overklassen
keep in blik conserveren; inblikken; inmaken behouden; bewaren; conserveren; erbij houden; niet laten gaan; vasthouden
outclass by far inmaken; ruim overklassen
pickle inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten conserveren; inleggen; marineren; pekelen; toebereiden; zouten
preserve in blik conserveren; inblikken; inmaken balsemen; behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; bewaren; conserveren; handhaven; inbalsemen; inleggen; instandhouden; stand houden; verduurzamen
salt inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten pekelen; zouten
souse inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten
tin in blik conserveren; inblikken; inmaken; wecken vertinnen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
salt gepekeld; gezouten
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
can blik; dun metaal
tin blik; dun metaal
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tin tinnen

Wiktionary: inmaken

inmaken
verb
  1. to preserve food in a salt, sugar or vinegar solution

Cross Translation:
FromToVia
inmaken preserve confire — Faire cuire dans un sirop, une liqueur, une graisse, certains aliments en vue de leur conservation. La substance choisir pénétrer alors l’aliment et s’y incorporer.
inmaken corn saler — (cuisine) assaisonner avec du sel.