Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. jawoord:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor jawoord (Nederlands) in het Engels

jawoord:

jawoord [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het jawoord
    the consent; the yes
    • consent [the ~] zelfstandig naamwoord
    • yes [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor jawoord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
consent jawoord accoord; afspraak; akkoord; believen; goeddunken; goedkeuring; instemming; overeenkomst; regeling; schikking; toestemming; welbevinden
yes jawoord
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
yes inderdaad; ja; ja hoor; natuurlijk!
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
yes ja

Verwante woorden van "jawoord":

  • jawoorden

Wiktionary: jawoord

jawoord
noun
  1. het bevestigende antwoord op een huwelijksaanzoek