Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kado:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kado (Nederlands) in het Engels

kado:

kado [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. kado (cadeau; geschenk; aardigheid; presentje; present)
    the present; the gift; the offering
    • present [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gift [the ~] zelfstandig naamwoord
    • offering [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kado:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gift aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; presentje; schenking; scherpzinnigheid; talent; verjaardagscadeau; vernuft
offering aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje offer; offerande
present aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje aardigheidje; o.t.t.; onvoltooid tegenwoordige tijd; presentje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gift bedelen; begiftigen; beschenken
present aanbevelen; aanbieden; aanraden; bedelen; begiftigen; beschenken; exposeren; iemand recommanderen; indienen; laten zien; naar voren brengen; nomineren; opgevoerd worden; opperen; poneren; presenteren; tentoonstellen; tonen; vertonen; voor ogen brengen; voordragen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
present aanwezig; eigentijds; hedendaags; huidig; modern; momenteel; present!; tegenwoordig; tijdseigen; van nu; van vandaag

Wiktionary: kado

kado
noun
  1. iets dat men iemand geeft, meestal ter gelegenheid van een speciale gebeurtenis