Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. knipperen:
  2. knipper:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor knipperen (Nederlands) in het Engels

knipperen:

knipperen werkwoord (knipper, knippert, knipperde, knipperden, geknipperd)

  1. knipperen (met oogleden op en neer gaan)
    to blink
    • blink werkwoord (blinks, blinked, blinking)

Conjugations for knipperen:

o.t.t.
  1. knipper
  2. knippert
  3. knippert
  4. knipperen
  5. knipperen
  6. knipperen
o.v.t.
  1. knipperde
  2. knipperde
  3. knipperde
  4. knipperden
  5. knipperden
  6. knipperden
v.t.t.
  1. heb geknipperd
  2. hebt geknipperd
  3. heeft geknipperd
  4. hebben geknipperd
  5. hebben geknipperd
  6. hebben geknipperd
v.v.t.
  1. had geknipperd
  2. had geknipperd
  3. had geknipperd
  4. hadden geknipperd
  5. hadden geknipperd
  6. hadden geknipperd
o.t.t.t.
  1. zal knipperen
  2. zult knipperen
  3. zal knipperen
  4. zullen knipperen
  5. zullen knipperen
  6. zullen knipperen
o.v.t.t.
  1. zou knipperen
  2. zou knipperen
  3. zou knipperen
  4. zouden knipperen
  5. zouden knipperen
  6. zouden knipperen
diversen
  1. knipper!
  2. knippert!
  3. geknipperd
  4. knipperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor knipperen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blink knipoog; oogwenk; seintje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blink knipperen; met oogleden op en neer gaan

Verwante woorden van "knipperen":


Wiktionary: knipperen

knipperen
verb
  1. to close and reopen both eyes quickly

Cross Translation:
FromToVia
knipperen squint; blink blinzeln — die Augen ganz kurz schließen und wieder öffnen

knipperen vorm van knipper:

knipper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de knipper
    the cutter
    • cutter [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor knipper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cutter knipper kotter; snijmachine

Verwante woorden van "knipper":