Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. liefde:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor liefde (Nederlands) in het Engels

liefde:

liefde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de liefde (genegenheid; innigheid)
    the love; the warm heartedness; the affection; the ardour; the fervour; the intimacy; the ardor; the fervor
    • love [the ~] zelfstandig naamwoord
    • warm heartedness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • affection [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ardour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • fervour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • intimacy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ardor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • fervor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Vertaal Matrix voor liefde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affection genegenheid; innigheid; liefde aandoening; aanhankelijkheid; affectie; gehechtheid; genegenheid; lichamelijke aandoening; toegenegenheid; verknochtheid
ardor genegenheid; innigheid; liefde drift; elan; genoegen; genot; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; lust; overgave; passie; pit; vlam; vurigheid; vuur; wellust
ardour genegenheid; innigheid; liefde drift; elan; genoegen; genot; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; lust; overgave; passie; pit; vlam; vurigheid; vuur; wellust
fervor genegenheid; innigheid; liefde animo; belangstelling; elan; fascinatie; felheid; geboeidheid; gloed; heftigheid; hevigheid; ijver; ijverigheid; intensiteit; interesse; kracht; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; pit; vlam; vlijt; vlijtigheid; vuur; werklust; werkzaamheid; zin
fervour genegenheid; innigheid; liefde animo; belangstelling; elan; fascinatie; felheid; geboeidheid; gloed; heftigheid; hevigheid; ijver; ijverigheid; intensiteit; interesse; kracht; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; pit; vlam; vlijt; vlijtigheid; vuur; werklust; werkzaamheid; zin
intimacy genegenheid; innigheid; liefde innigheid; intimiteit; vertrouwelijkheid
love genegenheid; innigheid; liefde beminde; duifje; geliefde; kindlief; liefje; liefste; lieve; lieveling; lieverd; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoepje; snoes; vriendin
warm heartedness genegenheid; innigheid; liefde gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
love aanstaan; behagen; beminnen; bevallen; de liefde bedrijven; gelieven; houden van; liefhebben; liefkozen; minnekozen; minnen; plezieren; vrijen

Verwante woorden van "liefde":

  • liefden, liefdes

Verwante definities voor "liefde":

  1. waar je van houdt1
    • hij was haar eerste grote liefde1
  2. warm gevoel voor iemand waar je van houdt1
    • zijn liefde voor Johanna ging niet voorbij1

Wiktionary: liefde

liefde
noun
  1. uiting of gevoel van grote genegenheid en/of het zich aangetrokken voelen
liefde
noun
  1. romantic feelings
  2. strong affection

Cross Translation:
FromToVia
liefde love Liebekein Plural: inniges Gefühl der Zuneigung für jemanden oder etwas
liefde love; affection amoursentiment intense et agréable qui inciter les êtres à s’unir.

Verwante vertalingen van liefde