Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. obsederen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor obsederen (Nederlands) in het Engels

obsederen:

obsederen werkwoord (obsedeer, obsedeert, obsedeerde, obsedeerden, geobsedeerd)

  1. obsederen
    to obsess
    • obsess werkwoord (obsesses, obsessed, obsessing)

Conjugations for obsederen:

o.t.t.
  1. obsedeer
  2. obsedeert
  3. obsedeert
  4. obsederen
  5. obsederen
  6. obsederen
o.v.t.
  1. obsedeerde
  2. obsedeerde
  3. obsedeerde
  4. obsedeerden
  5. obsedeerden
  6. obsedeerden
v.t.t.
  1. ben geobsedeerd
  2. bent geobsedeerd
  3. is geobsedeerd
  4. zijn geobsedeerd
  5. zijn geobsedeerd
  6. zijn geobsedeerd
v.v.t.
  1. was geobsedeerd
  2. was geobsedeerd
  3. was geobsedeerd
  4. waren geobsedeerd
  5. waren geobsedeerd
  6. waren geobsedeerd
o.t.t.t.
  1. zal obsederen
  2. zult obsederen
  3. zal obsederen
  4. zullen obsederen
  5. zullen obsederen
  6. zullen obsederen
o.v.t.t.
  1. zou obsederen
  2. zou obsederen
  3. zou obsederen
  4. zouden obsederen
  5. zouden obsederen
  6. zouden obsederen
diversen
  1. obsedeer!
  2. obsedeert!
  3. geobsedeerd
  4. obsederend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor obsederen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
obsess obsederen

Wiktionary: obsederen

obsederen
verb
  1. in buitensporige, ziekelijke mate boeien

Cross Translation:
FromToVia
obsederen obsess obséderimportuner, excéder quelqu’un par ses assiduités, par ses démarches.