Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ongedwongenheid:
  2. ongedwongen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ongedwongenheid (Nederlands) in het Engels

ongedwongenheid:

ongedwongenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de ongedwongenheid
    the unconstraint

Vertaal Matrix voor ongedwongenheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
unconstraint ongedwongenheid

Verwante woorden van "ongedwongenheid":


Wiktionary: ongedwongenheid

ongedwongenheid
noun
  1. careless freedom
  2. a giving up to natural impulses

ongedwongen:

ongedwongen bijvoeglijk naamwoord

  1. ongedwongen (ongekunsteld; natuurlijk)
    natural

Vertaal Matrix voor ongedwongen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
natural huidkleur; natuurtalent; vleeskleur
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
natural natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld aangeboren; eigen; ingeboren; inheemse; inlandse; natuurlijk; nietig; ongeldig; van nature aanwezig

Verwante woorden van "ongedwongen":


Wiktionary: ongedwongen

ongedwongen
adjective
  1. without obligations